"Aantal te parseren tekens" - Dit invoerveld specificeert hoeveel tekens uit de uitgelezen
gegevens moeten worden geparseerd, te beginnen met het tekennummer dat in het veld
"Subreeks parseren beginnend bij tekennummer" is gespecificeerd. Dit is nuttig in gevallen
waarin de gebruiker slechts een deel van de totale gegevens die door het apparaat zijn
uitgelezen, wil analyseren. De som van het aantal te parseren tekens en het
starttekennummer kan niet groter zijn dan de minimale gegevenslengte. Als bijvoorbeeld
een "4" in dit veld wordt ingevoerd, het starttekennummer "3" is en de gegevensreeks
"SN123456" door het apparaat wordt uitgelezen, zou de geparseerde subreeks "1234" zijn.
"Ontv. gegevens" / "Ontv. geg. zijn gelijk aan subreeks" - Deze optie bepaalt hoe de
"Als"-bewerking op "waar" uitkomt. Als "Ontv. gegevens" is geselecteerd, komt de "Als"-
bewerking op "waar" uit telkens wanneer gegevens worden ontvangen, ongeacht wat de
gegevens bevatten. Als "Ontv. geg. zijn gelijk aan subreeks" is geselecteerd, komt de
"Als"-bewerking alleen op "waar" uit als de geparseerde subreeks van de ontvangen
gegevens overeenkomt met de subreeks die in het invoerveld "Wanneer de geparseerde
subreeks overeenkomt" is ingevoerd. Deze optie is nuttig wanneer de persvolgorde een
specifiek gereedschap-id-nummer of het onderdeel- of modelnummer van een printplaat of
connector moet verifiëren.
"Wanneer de geparseerde subreeks overeenkomt" - (Alleen zichtbaar wanneer "Ontv.
geg. zijn gelijk aan subreeks" is geselecteerd) Dit invoerveld specificeert de subreeks die
de "Als"-bewerking vergelijkt met de geparseerde subreeks die door het apparaat met
COM-poort is uitgelezen.
"Berichttekst gebruikersprompt" - Dit invoerveld specificeert de tekst die moet worden
weergegeven in het berichtendialoogvenster dat wordt weergegeven terwijl er gewacht
wordt om gegevens van het apparaat met COM-poort te lezen.
"Toetsenbordinvoer inschakelen" - Als u dit selectievakje inschakelt, kan de gebruiker
gegevens invoeren met het toetsenbord op het scherm als alternatief voor het lezen van
de gegevens van het apparaat met COM-poort. Als deze optie is ingeschakeld, gebruikt de
voorwaarde de gegevens die het eerst worden ontvangen of ingevoerd.
Shuttle verplaatsen - (Alleen beschikbaar als de shuttle is ingeschakeld) Dit invoertype wordt
gebruikt om de shuttle naar een bepaalde positie te verplaatsen, onafhankelijk van de
connectorpersbewerking. Als de shuttle in de volgorde-editor is ingeschakeld voor een
connectorpersbewerking, wordt de shuttle naar de posities "pers" en "laden" gebracht als
onderdeel van de persbewerking.
"Shuttle-positie" - Via deze vervolgkeuzelijst kunt u de shuttlepositie selecteren waar de
voorwaarde de shuttle naar zal verplaatsen. De beschikbare posities zijn gebaseerd op het
shuttle-type dat in de machineconfiguratie is geselecteerd.
PPS-gereedschap - (Alleen beschikbaar als PPS-gereedschap is ingeschakeld) Dit invoertype
wordt gebruikt om een opdracht naar het PPS-gereedschap te sturen en op het antwoord van de
PPS-gereedschap te reageren, onafhankelijk van de connectorpersbewerking. Als "PPS" is
ingeschakeld voor een connector in de volgorde-editor, worden de standaard PPS-
gereedschapscontroles uitgevoerd als onderdeel van de persbewerking.
"Opdracht" - Met deze vervolgkeuzelijst kunt u selecteren welke opdracht naar het PPS-
gereedschap moet worden verzonden. De beschikbare opdrachten zijn afhankelijk van het
type PPS-gereedschap (bepaalde opdrachten zijn mogelijk niet beschikbaar bij gebruik van
oudere PPS-gereedschappen).
Revisie D1
409-35001
49 van 94