Digitale uitgang - Dit uitvoertype wordt gebruikt om de status van een van de digitale uitgangen
van de machine in te stellen.
"Nummer" - Met deze vervolgkeuzelijst kunt u selecteren welk digitaal uitgangskanaal
ingesteld moet worden. Alle beschikbare uitgangen worden in de vervolgkeuzelijst
weergegeven.
"Uitgangsstatus" - Met deze vervolgkeuzelijst kunt u de uitgangsstatus selecteren waarop de
"Als/Dan"-bewerking de gespecificeerde uitgang instelt. De uitgangsstatus kan ofwel "1" (aan),
ofwel "0" (uit) zijn.
COM-poort - Dit uitvoertype wordt gebruikt om de uitvoergegevens te verzenden naar de seriële
USB COM-poorten op apparaten die op de machine zijn aangesloten.
"COM-poortinstellingen" - Met deze knop opent u het "Als/Dan"-instellingenvenster voor de
COM-poort waarin u de communicatie-instellingen voor het apparaat met de COM-poort kunt
configureren. Als u op "OK" klikt, worden de ingevoerde instellingen opgeslagen en als u op
"Annuleren" klikt, worden de wijzigingen in de instellingen genegeerd.
"Poortnummer" - Met deze vervolgkeuzelijst kunt u selecteren naar welk apparaat met
COM-poort de gegevens moeten worden verzonden. Alleen de beschikbare COM-poorten
worden in een lijst weergegeven.
"Baudsnelheid" - Dit invoerveld specificeert de baudsnelheid in kbps die moet worden
gebruikt bij de communicatie met het apparaat met COM-poort.
"Databits" - Dit invoerveld specificeert het aantal databits in elk berichtframe dat naar het
apparaat met COM-poort wordt verzonden.
"Stopbits" - Met deze vervolgkeuzelijst kunt u het aantal stopbits selecteren dat in elk
berichtframe wordt gebruikt, en dat naar het apparaat met COM-poort wordt verzonden.
"Pariteit" - Met deze vervolgkeuzelijst kunt u het type pariteit (indien van toepassing)
selecteren dat in elk berichtframe wordt gebruikt, en dat naar het apparaat met COM-poort
wordt verzonden.
"Gegevenstransportbesturing" - Met deze vervolgkeuzelijst kunt u het type
gegevenstransportbesturing (indien van toepassing) selecteren dat in elk berichtframe
wordt gebruikt, en dat naar het apparaat met COM-poort wordt verzonden.
"Gegevensinstellingen" - Met deze knop opent u het "Als/Dan"-instellingenvenster voor de
COM-gegevens waarin u de waarden voor het verzenden van gegevens naar het apparaat met
COM-poort kunt invoeren. Als u op "OK" klikt, worden de ingevoerde instellingen opgeslagen
en als u op "Annuleren" klikt, worden de wijzigingen in de instellingen genegeerd.
"Berichtgegevens" - Dit invoerveld specificeert de gegevenstekenreeks die naar het
apparaat met COM-poort worden verzonden.
Shuttle verplaatsen - (Alleen beschikbaar als de shuttle is ingeschakeld) Dit uitvoertype wordt
gebruikt om de shuttle naar een bepaalde positie te verplaatsen, onafhankelijk van de
connectorpersbewerking. Als de shuttle in de volgorde-editor is ingeschakeld voor een
connectorpersbewerking, wordt de shuttle naar de posities "pers" en "laden" gebracht als
onderdeel van de persbewerking.
"Shuttle-positie" - Via deze vervolgkeuzelijst kunt u de shuttlepositie selecteren waar de
voorwaarde de shuttle naar zal verplaatsen. De beschikbare posities zijn gebaseerd op het
shuttle-type dat in de machineconfiguratie is geselecteerd.
PPS-gereedschap - (Alleen beschikbaar als PPS-gereedschap is ingeschakeld) Dit uitvoertype
wordt gebruikt om een opdracht naar het PPS-gereedschap te sturen, onafhankelijk van de
connectorpersbewerking. Als "PPS" is ingeschakeld voor een connector in de volgorde-editor,
worden de standaard PPS-gereedschapscontroles uitgevoerd als onderdeel van de
persbewerking.
Revisie D1
409-35001
54 van 94