Bedieningsanleiding
Controles
Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting als het stuur draaien; de achterwielen
moeten stil blijven.
16 De wielen uitlijnen.
17 B r e n g
d e
k e u z e s c h a k e l a a r
"krabbeweging".
18 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ draaiing in alle richtingen te laten maken.
Resultaat: De voorwielen en de achterwielen
moeten in dezelfde richting als het stuur
draaien.
Controle van de transmissie en de remmen
19 Vergewis u ervan dat de arm helemaal omlaag
en ingeschoven is.
20 Druk op het dienstrempedaal.
21 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging op de vooruit beweging. Laat
het dienstrempedaal geleidelijk los. Zodra
de machine begint te bewegen, druk op het
dienstrempedaal.
Resultaat: De machine moet eerst vooruit
bewegen en dan plotseling stoppen.
22 Breng de hendel voor de selectie van
de voortbeweging op achteruit. Laat het
dienstrempedaal geleidelijk los. Zodra de
machine begint te bewegen, druk op het
dienstrempedaal.
Resultaat: De machine moet achteruit
bewegen en dan plotseling stoppen. Met de
voortbewegingshendel op achteruit, moet het
achteruitrij geluidssignaal luiden.
23 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging op neutraal.
24 Trek de parkeerremhendel omhoog.
Resultaat: Het rode controlelampje van de
parkeerrem moet aangaan om aan te geven dat
de rem ingeschakeld is.
25 Breng de hendel voor de selectie van de
voortbeweging eerst op vooruit en vervolgens
op achteruit.
58
o p
d e
GTH-4518ER - GTH-4020ER - GTH-6025ER
Resultaat: De machine moet niet bewegen.
26 Breng de parkeerremhendel omlaag. Het
uitgaan van het controlelampje geeft aan dat de
parkeerrem uitgeschakeld is.
Controle van de stabilisatoren
27 Met de knoppen 55, 56, 57 en 58 de
stabilisatoren helemaal omlaag en helemaal
omhoog brengen.
Resultaat: De stabilisatoren moeten werkzaam
zijn.
28 Doe de arm meer dan 10° omhoog en schuif
hem uit.
Resultaat: De stabilisatoren moeten niet werkzaam
zijn.
Controle van de nivelleringsbediening
29 Met de knoppen 52 en 53 de machine
nivelleren.
Resultaat: De nivelleringsfunctie moet actief zijn.
30 Doe de arm meer dan 10° omhoog en schuif hem
uit.
Resultaat: De nivelleringsfunctie moet niet actief
zijn.
Controle van de lichten
31 Controleer de werking van alle lichten.
Eerste Editie - Derde Druk
Code 57.0009.0495