6.5.11
Aansluitwerken afsluiten
1. Controleer vóór het sluiten van elke aansluitkast of:
2. Sluit de aansluitkast met de bevestigingsschroeven van het deksel, zie hoofdstuk
Zie ook
Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 169)
Aansluitkast monteren / demonteren (Pagina 77)
6.6
Hulpstroomkring aansluiten
6.6.1
Kabel selecteren
Houd bij de keuze van de aansluitleidingen voor de hulpstroomkringen rekening met de
volgende criteria:
● Nominale stroomsterkte
● Nominale spanning
● Installatiegebonden voorwaarden, zoals de omgevingstemperatuur, het installatietype,
● Vereisten volgens IEC/EN 60204‑1
SIMOTICS FD 1LQ1
Bedieningshandleiding 01/2019
– de elektrische aansluitingen in de aansluitkast goed zijn aangetrokken en volgens de
gegevens in de voorafgaande paragrafen zijn uitgevoerd.
Verwijderen niet gebruikte schroeven en bevestigingselementen.
– de machine volgens de voorgeschreven draairichting is aangesloten.
– Het binnenste gedeelte van de kast schoon is en er geen leidingresten, vuil en vreemde
voorwerpen aanwezig zijn.
– alle afdichtingen en afdichtingsvlakken van de aansluitkast volgens de voorschriften zijn
geconfigureerd.
– Ongebruikte invoeren zijn afgesloten en de afsluitelementen zijn stevig vastgeschroefd,
d.w.z. alleen met werktuig te lossen.
– De aansluitkabels vrij liggend zijn aangebracht. De leidingisolatie kan in het bedrijf niet
worden beschadigd.
Aanhaalmomenten van schroefverbindingen.
kabeldiameter bepaald door de benodigde kabellengte, enzovoort.
Elektrische aansluiting
6.6 Hulpstroomkring aansluiten
89