Bedieningsapparatuur
1
Codeklavier
Lezer voor kaarten
2
Transponderlezer
3
4
Stopknop (N.C.-contact)
Stopt het hek en deactiveert de eventuele automatische sluiting. Gebruik een bediening om de beweging te hervatten.
Als het contact niet wordt gebruikt, moet het tijdens de programmering gedeactiveerd worden.
Bediening (N.O.-contact)
5
Functie GEDEELTELIJKE OPENING
6
Bediening (N.O.-contact)
Functie OPENEN-SLUITEN (stap-voor-stap) of OPENEN-STOPPEN-SLUITEN-STOPPEN (sequentieel)
7
Antenne met RG58-kabel
1
2
Veiligheidsapparatuur
Configureer tijdens de programmering het type actie dat moet worden uitgevoerd door het aan de ingang aangesloten apparaat.
Sluit de veiligheidsuitrustingen aan de ingangen CX en/of CY aan.
Als de contacten CX en/of CY niet worden gebruikt, moeten ze tijdens de programmering worden gedeactiveerd.
Fotocellen DELTA
Standaardaansluiting
+
-
10
11 NO C NC
RX
A B
S1GND
4
3
+
-
10
11
TX
5
6
Fotocellen DELTA
Aansluiting met veiligheidstest
Zie functie [F5] veiligheidstest.
+
-
10
11 NO C NC
RX
7
+
-
10
11
TX