Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken
Hoofdstuk 5. Het Configuratiemenu gebruiken
5.1
De sondes configureren
Nadat de meter is ingesteld, moeten de aangesloten sondes geconfigureerd en gekalibreerd worden. Ook al zijn de
sondes fysiek aangesloten op de achterkant van de elektrakast, toch moet u de moisture.IQ programmeren voor het
soort metingen dat de sonde moet uitvoeren. Als u bovendien een constante waarde wilt gebruiken in plaats van een
live invoer, of als u een gebruikersfunctie wilt toepassen, moet u de moisture.IQ daarvoor programmeren. Als u de
Geen sonde
sondes niet activeert of als u ze onjuist activeert, vertoont de meter het bericht
of andere foutberichten.
Raadpleeg de schematische menuvoorstelling in Figuur 78 op pagina 103 en druk op
Configuratie
op het
hoofdscherm om het Configuratiemenu te openen (zie Figuur 52 hieronder).
Figuur 52: Configuratiemenu-scherm
moisture.IQ Handleiding
55