Als de Moisture Image-serie sonde gemonteerd moet worden, moet u dat eerst doen. Daarna sluit u de sondekabel
MIS
aan op het
-aansluitblok op het achterpaneel van de elektronische eenheid (zie Figuur 16 hieronder).
U kunt de Moisture Image-serie sonde op elk kanaal aansluiten. Als u echter ook andere sensors gebruikt, zoals
M-serie sondes, moet u erop letten dat u de Moisture Image-serie sonde op een nog niet toegewezen kanaal
aansluit.
BELANGRIJK:
Raadpleeg de kalibratie datasheets van alle geïnstalleerde sensors om na te gaan aan welke kanalen
al sondes zijn toegewezen.
N.B.:
Extra MIS sondes kunnen aangesloten worden op CH4,
rechterkant van het achterpaneel.
Zodra u de aansluitingen op het achterpaneel tot stand hebt gebracht, sluit u het andere uiteinde van de sondekabel
aan op de sonde van de Moisture Image Serie, volgens het schema in Figuur 17. Snijd alle losse uiteinden van de
kabel af op dezelfde hoogte als de mantel.
Zodra u de Moisture Image Series sonde hebt geïnstalleerd, moet u de sonde op het geïnstalleerde kanaal activeren,
zoals beschreven in "Het Sondeconfiguratie-scherm" op pagina 56.
moisture.IQ Handleiding
Module A - CH1
Module A - CH2
Module A - CH3
Figuur 16: MIS-sondeaansluitingen
Figuur 17: Bedradingsschema van de MIS-sondekabel
MIS-sondeaansluitingen
CH5
CH6
en
MIS
1
2
MISP 1
of MISP 2
Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading
Module B
in de
connectorgroep aan de
19