Hoofdstuk 1. Installatie en bedrading
1.11
Een hulpapparaat aansluiten
De moisture.IQ kan een hulpapparaat (zoals een lusstroomtransmitter) van stroom voorzien waarbij de aansluiting
24V is naar Aux 1 of 2. Voor apparaten met extern vermogen en een uitgang die direct is aangesloten op het
hulpapparaat, kunt u Aux 1 of 2 gebruiken voor RTN (pen 5). Breng de aansluitingen tot stand op de rechtergroep
sonde-aansluitingen
(AUX IN/UIT
omgevingen. Gebruikers stellen de hulpinvoer in op spanning/stroom en de elektronica schakelt de circuits
automatisch. Daarom heeft de moisture.IQ geen fysieke schakelaar. Figuur 23 en Figuur 24 hieronder tonen de
aansluitingen en bedrading voor hulpapparaten.
N.B.:
Als u de oxy.IQ op AUX-IN aansluit, moet de bescherming van de oxy.IQ aangesloten zijn op de moisture.IQ
via RTN (pen 5). Als u de draad wilt blootleggen, stroopt u de kabelmantel naar achteren.
26
en ALARMEN) die goedgekeurd zijn voor gebruik in niet-explosiegevaarlijke
Hulpaansluitingen
Figuur 23: Hulpaansluitingen
ANALOOG UIT
1
2
3
4
+
-
+
-
Analoog uit
Analoog uit
Spanning/stroom
Spanning/stroom
A
B
Figuur 24: Bedradingsschema voor hulpapparaat
AUX IN
Externe stroomstand
5
6
7
8
.
-
+
+
+
-
+
-
Aux in 1
Aux in 2
OF
Aangedreven lusstand
5
6
7
8
.
-
-
+
+
-
+
-
Aux in 1
Aux in 2
moisture.IQ Handleiding