4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
LET OP!
– Een verkeerde aansluiting kan storingen of gevaarlijke situaties veroorzaken; u dient daarom de aangegeven aansluitingen nauw-
gezet aan te houden.
– Wanneer u de aansluitingen uitvoert, moet de elektrische voeding losgekoppeld zijn.
01.
Verwijder de kap van de reductiemotor (a)
02.
Maak de kabelgeleider los (b) en voeg de aansluitkabel in (c)
03.
Verzamel de verschillende kabels en de aardingskabel in het daartoe voorziene oogje
a
230V
b
120V
120V
c
24V
230V
c
24V
Nederlands – 9