4.3
De Qc2002™ bedienen en
instellen
4.3.1
Starten
Om de eenheid lokaal op te starten, gaat u als
volgt te werk:
– Schakel de batterijschakelaar in.
– Schakel stroomonderbreker Q1 uit. Dit is niet
nodig als er een installatieschakelaar geïnstalleerd
is tussen Q1 en de belasting.
– Draai schakelaar S20 in stand I (AAN). De
Qc2002™ module komt onder spanning.
– De generator kan manueel worden gestart met een
druk op de START-knop op de Qc2002™
module.
– De generator zal starten.
In koude omstandigheden start de unit mogelijk
niet van de eerste keer. De controller probeert 3
keer te starten.
– Schakel stroomonderbreker Q1 in, als er geen
installatieschakelaar is geïnstalleerd.
Om de eenheid vanop afstand op te starten,
gaat u als volgt te werk:
– Draai schakelaar S20 in stand I (AAN). De
Qc2002™ module komt onder spanning.
– Schakel stroomonderbreker Q1 in.
– Voor start op afstand:
•
Zet de unit in Eiland-modus. Druk op de knop
AUTOMATISCH. Start de machine met een
externe schakelaar.
of
•
Zet de unit in AMF-modus. Druk op de knop
AUTOMATISCH.
De
automatisch bij een netstoring.
Zie ook 'Generatorset-modus' op pagina 44 voor
meer informatie over Eiland- en AMF-modus.
– De generator zal starten.
In koude omstandigheden start de generator
mogelijk niet van de eerste keer. De controller
probeert 3 keer te starten.
- 37 -
4.3.2
Tijdens de werking
Voer regelmatig de volgende controles uit:
– Lees de analoge meters (P1-P4)
controllerdisplay af om te controleren of de
waarden normaal zijn.
!
– Controleer of er geen olie-, brandstof- of
koelvloeistoflekken zijn.
machine
start
!
– Controleer m.b.v. de generatormeters of de
spanning tussen de fasen gelijk is en de nominale
stroom niet overschreden wordt.
– Indien er éénfasige belastingen aangesloten zijn
aan de uitgangsklemmen van de generator, zorg er
dan voor dat de belastingen gelijkmatig verdeeld
zijn.
– Als stroomonderbrekers tijdens de werking
worden geactiveerd, schakel dan de belasting uit
en stop de generator. Controleer en verlaag, indien
nodig, de belasting.
Vermijd dat de motor zonder
brandstof valt. Mocht dit toch
gebeuren, dan kan voorinspuiten
het starten versnellen.
Vermijd lange perioden met lage
belasting (< 30%). Dit kan leiden tot
vermogenverlies
en
hoger
olieverbruik van de motor. Zie
'Lage belastingen voorkomen'.
en de