9.3.10 Aardlekrelais
De Aardrelais-optie voorziet in een detector die de
hoofdonderbrekerschakelaar Q1 zal deactiveren
wanneer er een aardlekstroom werd vastgesteld.
Q1 ....... Hoofdstroomonderbreker
N13 ..... Aardlekdetector
Detecteert en duidt op een aardlek en
activeert de hoofdstroomonderbreker Q1.
Het
detectieniveau
ingesteld op 30 mA met onmiddellijke
uitval, maar is ook instelbaar tussen 0,1 A en
1 A met een uitvalvertraging (0 - 0,5 sec).
N13 moet met de hand worden teruggesteld
na oplossing van het probleem (door het
S13
indrukken van resettoets R). Deze detectie
kan
worden
aardlekschakelaar
schakelaar moet maandelijks worden getest
door een druk op de testtoets T13.
Q1
S13 ..... Blokkeerschakelaar voor beveiliging
tegen aardsluiting (N13)
N13
N14
Deze schakelaar bevindt zich in de kast en is
aangeduid met I
Stand O: Hoofdstroomonderbreker Q1
wordt niet uitgeschakeld in geval van
aardsluiting.
X1
Stand 1: Hoofdstroomonderbreker Q1 wordt
uitgeschakeld in geval van aardsluiting.
kan
vast
worden
opgeheven
met
de
(S13,
I
N).
Deze
N.
- 126 -
Stand O wordt enkel gebruikt in het
!
geval van een externe beveiliging
tegen aardsluiting (v.b. geïntegreerd
in een verdeelbord).
Als S13 in stand O staat, is een
goede aarding van groot belang
voor de veiligheid van de gebruiker.
Het inoperationeel maken van elke
beveiliging tegen aardsluiting kan
tot ernstig letsel leiden en zelfs de
dood van diegene die de eenheid of
belasting
aanraakt,
hebben.
tot
gevolg