2.4.2
Uitgangsklemmenbord
De kast bevat een klemmenbord voor een
gemakkelijkere aansluiting van kabels. Het bevindt
zich onder het bedienings- en controlepaneel.
S2
S2 ....... Noodstopknop
Druk de knop in om de generator in geval
van nood te stoppen. Werd de knop
ingedrukt, dan moet hij ontgrendeld worden
door hem in tegenwijzerzin te draaien,
vooraleer de generator opnieuw kan worden
gestart. De noodstopknop kan in de
vergrendelde positie vastgezet worden met
behulp van de sleutel om gebruik door
onbevoegden te vermijden.
Q1 ....... Hoofdstroomonderbreker
Onderbreekt de energievoorziening naar X1,
wanneer er zich een kortsluiting voordoet
Q1
aan de zijde van de belasting of wanneer de
aardlekdetector
overstroombeveiliging
QAS 100: 144 A) in werking treedt of
wanneer de shunt magneetspoel bekrachtigd
wordt. Hij dient met de hand te worden
teruggesteld zodra het probleem verholpen
is.
X1
X1 ....... Netvoeding (400 V AC)
Klemmen L1, L2, L3, N (= nulleider) en PE
(= aarding), bevinden zich achter de deur
van het controlepaneel en achter een kleine
doorzichtige deur.
(30 mA)
of
de
(QAS 80: 125 A,
- 24 -