9.3
Beschrijving van de
elektrische opties
De positionering van de onderdelen
!
die
worden
vermeld
beschrijving van de QAS 80-100
opties, kan licht verschillen tussen de
generatormodellen onderling.
9.3.1
Automatische batterijlader
De automatische batterijlader laadt de batterij
volledig op en wordt losgekoppeld, zodra de
generator opstart.
Naast de uitgangsklemmen (secundaire zijde)
beschikt de automatische batterijlader over een
instelpotentiometer voor de instelling van de
uitgangsspanning. Met behulp van een geïsoleerde
platte schroevendraaier of instelpen kunt u de
uitgangsspanning instellen op het gewenste bereik.
Instelling:
– Lagere
uitgangsspanning
tegenwijzerzin
– Hogere uitgangsspanning = draaien in wijzerzin
De LED aan de voorkant duidt aan dat de machine
operationeel is.
in
de
DEIF
-power in control
xxxx
xxxx
Om de batterijlader te gebruiken:
– Voorzie de X25-connector, die zich aan de zijkant
van de vermogenskast bevindt, met extern
vermogen om de batterijlader te gebruiken.
=
draaien
in
xxxxxxxx
xxxx xxxx xxxxxx
xxxxxxxxxxxxxxxx
xxxx
xxxxxxxxxxxxxxx
!
xxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxx
- 119 -
9.3.2
Batterijschakelaar
De
batterijschakelaar
is
ingebouwd
geluiddempende carrosserie. Hij laat toe het
elektrisch circuit tussen de batterij en de motor te
openen of te sluiten.
Schakel de batterijschakelaar nooit
!
uit als de motor draait.
9.3.3
Motorkoelvloeistofverwarmer
Om te verzekeren dat de motor direct kan starten en
belast worden, is een externe verwarming van de
koelwater (1000 W, 240 V) voorzien, die de
motortemperatuur tussen 38°C en 49°C houdt.
in
de