Inhoudsopgave
Advertenties
RIJDEN
Inrijden
om
alle onderdelen goed
op
elkaar
te
laten
inlopen, verdient
het
aanbeveling,
de
wagen
in
het begin
niet
te zwaar
te
belasten.
Hetzelfde geldt als een
gerevideerde
motor,
versnellingsbak
of
differentieel
is
inge-
bouwd.
Let
daarom gedurende de eerste 1500 km ex-
tra op
het volgende:
Riid
niet
met
volle
belasting-
Riid niet met
een aanhangwagen.
-
Let
er
extr?
op, dat u op
tiid
schakelt'
Bedenk hierbii,
dat een relatief
hoog
toerental minder
slecht
is dan overbe-
lasting
bii
een laag
toerental.
Starten
Voer
eenmaal
per dag de onder
,,Dagelijks
onderhoud"
beschreven
werkzaamheden
uit.
Zorg
dat de
parkeerrem
in
werking
gesteld
staat.
Zet
de hoofdschakelaar
aan
en zorg
dat
de
stopmanette omhoog
staat.
Zet het contact
aan.
Controleer
of de
controlelampen
van
de
oliedruk, van de laadstroom en van de par-
keerrem branden. Controleer of
de
meters
van
de brandstofuoorraad en
van de
koel-
watertemperatuur
reageren.
c.
Trap het
koppelingspedaal in,
zet
het ver-
snellingshendel
in
neutraal
en trap
het
gaspedaal
in.
d.
Trek
bij koude
een
keer aan
de
koudstart-
knop
nadat het
gaspedaal
is
ingetrapt
(alleen bij DT
motor).
e.
Start
-
bij ingetrapt gaspedaal
-
maximaal
15 seconden achtereen door
de
contact-
sleutel
in
te
drukken
en zo ver
mogelijk
rechtsom
te
draaien.
Als
de
motor
is aangeslagen, het
toerental
niet
opvoeren, voordat
de
oliedruk contro-
lelamp is gedoofd.
Indien
de
motor
weer
afslaat moeten de han-
delingeh c, d en e worden
herhaald.
Wacht vervolgens tot
de
druk
in
de luchtketels
voldoende is,
m.a.w.
tot de zoemer stil
valt.
Zet de
hefboom
van
de
parkeerrem
voor-
waarts en rijd
weg.
Er
mag
nu geen
controlelamp meer
branden,
behalve
eventueel de verklikkerlamp van
het
groot-licht.
a.
b.
26
Advertenties
Inhoudsopgave
