AANSLUITEN
REMMEN
VOLGWAGEN
De luchtslangen en de
koppelingskoppen zijn
als volgt
gecodeerd:
Rood
:
voorraad
Geel
:
commando
Blauw :
eenleidingaansluiting
Voor het afkoppelen van de slangen
moeten
de
kranen worden gesloten.
Na het
aankoppe-
len
van de slangen moeten de kranen worden
geopend. Wanneer de
volgwagen
is uitgerust
met rubber slangen moeten
deze kruiselings
worden
aangesloten.
Wanneer
schroefvor-
mige nylon slangen
zijn toegepast,
moeten
deze evenwijdig
naast elkaar
worden
aange-
sloten.
Sluit
op
de juiste wijze met
behulp
van
de
koppelingskoppen
de
luchtslangen aan; open
de
luchtkranen.
Bij
twijfel
kan de
voedingsleiding
als
volgt wor-
den
herkend:
Breng de voorraadketels
op
het
trekkend
voertuig op
druk.
Open
het
deksel
van
een van beide koppe-
lingskoppen.
Open
de
luchtkraan;
uit één van
beide
koppelingskoppen
zal
nu
sarnengeperste
lucht stromen. Dit is de
voedingsleiding.
Op de
volgwagen
is
meestal de linker kop-
pelingskop
(in
rijrichting gezien)
de
voe-
dingsleiding.
Mocht toch een fout bij het aansluiten worden
gemaakt, dan
openba art zich
dit
snef
,
omdat
het
getrokken voertuig, mits
ziin
luchtketels op
druk
zijn,
geremd blijft
staan.
Wanneer trekkend en getrokken
voertuig zijn
uitgerust met een gecombineerde twee-
plus
eenleidingaansluiting,
sluit
dan
het
tweelei-
dingsysteem
aan,
en in
geen
geval
beide
systemen.
AANSLUITEN
VERLICHTING
VOLGWAGEN
Een zevenpolige stekerdoos
is
aangebracht
voor het aansluiten van de verlichting van een
eventuele
volgwagen.
Mits de volgwagen is uitgerust met een 24
V
lichtinstallatie,
kan
deze zonder meer
op
de
lichtinstallatie
van de
motonruagen worden
aangesloten
Voor
aansluiting
van een volgwagen met
12-
Volt
installatie
kan een
aansluitkast
worden
gefeverd, waarin twee stekerdozen
zijn aan-
gebracht.
A.
24-Volt
aansluiting
B.
12-Volt
aansluiting
23