Verklarende woordenlijst
Hieronder volgt een opsomming van veel gebruikte termen en een korte beschrijving hiervan:
♦
Akoestisch alarm
Apparaten die aanwezige personen waarschuwen dat de brandmeldcentrale een alarm heeft
gedetecteerd door middel van akoestische signalen(sirenes). Akoestische alarmgevers kunnen via het
menu van de brandmeldcentrale worden bediend. Afhankelijk van de instellingen kan één van de
akoestische alarmgevers of allen gelijktijdig direct bediend worden vanuit het [Akoestisch alarm] veld
van de brandmeldcentrale.
Alarm
♦
Waarschuwing van dreigend gevaar voor mens en omgeving.
Alarmorganisatie
♦
Het geheel van maatregelen in geval van brand. Te nemen door de gebruiker en/of de brandweer en
overige interventiegroepen (zoals de bedrijfshulpverlening) met als doel beperking van ongevallen, van
materiële en/of immateriële schade bij brand.
Alarmverificatie
♦
Automatische verificatie door de brandmeldcentrale die na een ingestelde tijd (normaliter 1 minuut)
controleert of de alarmconditie nog steeds bestaat.
Automatische brandmelder
♦
Een automatische melder detecteert elektronische brandverschijnselen. Dit kan door middel van
verschillende princiepen, zoals temperatuurstijging, rookontwikkeling, geïoniseerde lucht,
vlammendetectie. Worden door een melder meerdere brandverschijnselen gedetecteerd (b.v.
temperatuur en rookontwikkeling) genoemd 'Multi-melder', dan is het mogelijk dat de verschillende
brandverschijnselen selectief omgeschakeld worden (bijvoorbeeld overdag alleen temperatuur en 's
nachts een combinatie van beide).
AUTO-setup
♦
Wanneer dit menupunt wordt gekozen tijdens de inbedrijfstelling van de brandmeldcentrale, worden alle
geïdentificeerde aangesloten onderdelen ingesteld volgens de standaard programmering.
Chubb Fire & Security kan vervolgens via de diverse menupunten locatie afhankelijke instellingen
ingeven.
Brandbeperkende installatie
♦
Met de brandbeperkende installatie worden alle onderdelen bedoeld die tot doel hebben een ontstane
brand te beperken dan wel te doven. Deze installaties worden veelal aangestuurd door de
brandmeldinstallatie, die de beginnende brand detecteert. Voorbeelden van brandbeperkende
installaties zijn onder andere: branddeuren, brandluiken, blusinstallaties, enz.
Branddetectiebedrijf
♦
De fabrikant (of diens gemachtigde) die verantwoordelijk is voor het ontwerp, de levering, de montage
en het onderhoud van de installatie en verantwoordelijk is voor de compatibiliteit van de in de installatie
toegepaste onderdelen.
♦
Brandmeldergroep
Een verzameling van brandmelders die een bepaald deel van het gebouw bewaken ten aanzien van
brand. Wanneer een brandmeldergroep een alarm detecteert zal de brandmeldcentrale de vastgelegde
sturingen bij brand verrichten (doormelding, akoestisch alarm, enz.).
♦
Brandsymptomen, brandverschijnselen
Meetbare omgevingsverandering die duiden op een beginnende brand, zoals rookontwikkeling en
temperatuur.
♦
Brandweerpaneel
Een brandweerpaneel geeft de belangrijkste condities aan van de brandmeldinstallatie in een
gestandaardiseerde vorm, vastgesteld door de brandweer, om de brandweer in geval van brand snel
naar de juiste locatie te wijzen.
♦
Configureren
Het ingeven van waarden om de werking van de brandmeldcentrale onder bepaalde omstandigheden zo
te laten werken, zoals dit gewenst is voor de betreffende brandmeldinstallatie.
Detectiezone (kortweg zone genoemd)
♦
Een detectiezone is een deel van een gebouw dat voor de brandpreventie als een geheel wordt
beschouwd. Verschillende detectiezones worden in een gebouw gescheiden door brandwerende muren
en deuren. De brandbeperkende installaties worden vaak separaat gestuurd per zone door de
brandmeldinstallatie.
Doormelding
♦
Apparatuur voor het automatisch melden van alarm aan een 24 uur bemande meldkamer. Dit kan
Oktober 2010 | wijzigingen voorbehouden
Brandmeld-/ontruimingscentrale BC216
Pagina 67 van 72