5.4. Beschrijving van de menupunten
Alle hoofdmenupunten die toegankelijk zijn voor de gebruiker, worden in het kort beschreven in deze
paragraaf. Verder worden de alternatieve mogelijkheden van de snelmenupunten omschreven. Let op,
sommigen menupunten zijn alleen toegankelijk met autorisatie!
Het doorlopen van de hoofdmenupunten gebeurt met de ←→ toetsen. Het doorlopen van de
submenupunten gebeurt met de ↑↓ toetsen. Om de gewenste functie of waarde te accepteren
druk u de ↵ toets. Let op, deze toets heeft in bepaalde menupunten een bepaalde functie. Voor
het verlaten van het menupunt gebruikt u de 'ESC' toets. Aanvullende informatie over het
geselecteerde menupunt vindt u onder de 'INFO' toets.
Per individuele melding van een meldergroep, sturing, doormelding of akoestische alarmgevers zijn er twee
aanvullende tekstregels ter beschikking, die bij in bedrijf name van de brandmeldinstallatie door uw
detectiebedrijf ingegeven kunnen worden met de volgende mogelijkheid:
♦
De tweede regel van de display toont de eerste tekstregel bij de betreffende melding.
♦
De derde regel van de display toont de tweede tekstregel bij de betreffende melding of de tekstregel
horende bij het element die de melding heeft veroorzaakt.
De tekstregels kunnen naar uw wens worden ingegeven. U geeft hiervoor de gewenste tekst aan
Chubb Fire & Security door en zij kunnen deze aanvullende tekst invoeren.
Wanneer er in een weergave menu zoals bij [Alarmen] meerdere meldingen staan, dan wordt dit
aangegeven door een ↓ teken achter het meldingsnummer als hint dat u de mogelijkheid heeft om met de ↓
toets te bladeren tussen de verschillende meldingen. De laatste melding in de rij wordt aangegeven met een
punt achter het meldingsnummer. Vanaf 10 of meer meldingen wordt in plaats van het meldingsnummer een
"+" teken gebruikt. De volgorde van de meldingen wordt bepaald door de tijd van binnenkomst.
Figuur 9:
Voorbeeld van de weergave van in totaal 11 alarmen.
1↓ Alarm
< vrije groep tekst 1 >
< vrije melder tekst of tekst 2>
Het linkerdeel geeft het eerste gemelde alarm weer, de pijl geeft aan dat u kunt door meerdere alarm meldingen
bladeren. De vierde regel geeft het laatste alarm weer.
Het rechterdeel geeft het laatste alarm weer. Het plusteken geeft aan dat het meldingsnummer groter of gelijk aan 10
is. De punt achter het plusteken geeft aan dat dit de laatste melding in de lijst is.
De menupunten worden in de volgende paragrafen beschreven in de volgorde waarin zij verschijnen.
5.4.1 Weergave en bediening van de meldergroepen
In het menupunt [Groep] kunt u de brandmeldergroepen bedienen, activeren (voor test doeleinden) en de
conditie van de hele brandmeldergroep, ofwel de individuele brandmelders, bekijken. Zie ook de hints
gegeven in paragraaf 5.1. : "Bediening met het menu".
Bedienen van de brandmeldergroepen is alleen mogelijk met autorisatie.
Bij installatie van de brandmeldcentrale worden de groepen ingesteld als brandmeldergroep, technische
meldingen groep, of storing meldergroep. Het onderscheid tussen deze groepen is het soort alarm dat de
brandmeldcentrale genereert wanneer een melder actief wordt en de manier van herstellen van het alarm
(zie paragraaf 4.3. : "Brandalarm", paragraaf 4.5. : "Technische melding conditie" en paragraaf 4.6. : "Storing
conditie").
Wanneer een groep wordt ingeschakeld, controleert de brandmeldcentrale gedurende 5 seconde of de
meldergroep zich nog in alarmconditie bevindt. Wanneer dit het geval is schakelt de brandmeldcentrale de
meldergroep niet in en krijgt u de tekst: "Inschakeling niet mogelijk!" of "Inschak. gedeeltelijk mogelijk!".
Voordat u een meldergroep inschakelt, dient u altijd te controleren of de betreffende meldergroep
zich niet in alarmconditie bevindt. Niet alle verkrijgbare melders hebben de mogelijkheid om
binnen 5 seconde hun alarmconditie door te melden aan de brandmeldcentrale.
Oktober 2010 | wijzigingen voorbehouden
Brandmeld-/ontruimingscentrale BC216
0003/029
11. Alarm
0003/041
+. Alarm
0003/041
< vrije groep tekst 1 >
< vrije melder tekst of tekst 2>
11. Alarm
0003/041
Pagina 43 van 72