Gebruikershandleiding
6.
Onderhoud van de brandmeldinstallatie door de gebruiker
Om te garanderen dat de brandmeldinstallatie alle voorgeschreven doeleinden kan vervullen, dient de
gebruiker zich regelmatig ervan te verzekeren dat de brandmeldinstallatie volledig en correct functioneert.
Deze bepaling is voorgeschreven in de Nederlandse norm voor brandmeldinstallaties!
6.1
Periodieke functionele test
Periodieke testen dienen te worden uitgevoerd door opgeleid personeel (personeel dat verantwoordelijk is
gesteld voor de brandmeldinstallatie, zoals een veiligheidsfunctionaris). De functionele testen zijn doorgaans
eenvoudige testen die bepalen of de brandmeldinstallatie gereed is om de juiste acties te kunnen uitvoeren.
De testen worden in de volgende paragrafen beschreven.
6.1.1 Testen van de brandmeldcentrale en de voedingsapparatuur
Controleer of de groene led 'In bedrijf' brand op de brandmeldcentrale BC216. En, indien van
♦
toepassing, op alle overige bedienbare netwerk brandmeldcentrales serie BC216.
In rust conditie van de brandmeldcentrale brandt de groene led 'In bedrijf' continue als enige
indicatie op de brandmeldcentrale.
♦
Zorg ervoor dat er geen storing wordt aangegeven door de brandmeldcentrale. Als er een storing is in
de brandmeldinstallatie wordt dit aangegeven door het knipperen van de gele indicatie 'STORING' (zie
paragraaf 4.6. : "Storing conditie")
Zorg ervoor dat er geen meldergroepen zijn uitgeschakeld of in onderhoud zijn geschakeld.
♦
Voer een displaytest uit door middel van het drukken van de 'Zoemer uit' toets op de brandmeldcentrale.
♦
Of, als dit van toepassing is, op alle bedienbare netwerk brandmeldcentrales. Door het drukken van de
'Zoemer uit' toets worden alle indicaties en de interne zoemer getest door deze kort te activeren (zie
paragraaf 5.4.7.4 : "Testen van de interne zoemer en de optische indicaties")
Ondanks de uitgebreide oplaadcontrole van de onderhoudsvrije accu's hebben deze accu's, een
♦
beperkte levensduur. Deze levensduur wordt meestal opgegeven in de specificaties van de accu's.
Accu's ouder dan de voorgeschreven levensduur dienen direct vervangen te worden.
Oude en defecte accu's mogen niet bij het gewone afval verwijderd worden, maar moeten als
chemisch afval verwijderd worden! Deze accu's bevatten vaak stoffen zoals lood en accu zuur.
6.1.2 Testen van de melders
Voor het testen van de melders dient u de juiste test apparatuur te gebruiken. De functionele test van de
melders wordt als volgt uitgevoerd:
♦
Schakel de meldergroep van de melders die u wilt testen in onderhoud (zie paragraaf 4.8. :
"Onderhoud").
Test u een melder zonder de meldergroep in onderhoud te schakelen, heeft dit tot gevolg
dat de brandmeldcentrale dit als een echt brandalarm zal behandelen. Overeenkomstig
worden alle nodige sturingen uitgevoerd, de doormelding en het akoestisch alarm
geactiveerd!
Pagina 60 van 72