6.3.1.13 Error 34 – PV-overstroom
De stroom van de zonnepanelen is hoger dan 75 A.
Deze fout kan worden veroorzaakt door een interne
systeemfout. Ontkoppel de lader van alle stroombron-
nen, wacht 3 minuten en schakel weer in. Als de fout
aanhoudt is de CCGX waarschijnlijk defect. Neem in
dat geval contact op met uw dealer.
6.3.1.14 Error 38, Error 39 – Uitschakeling PV-
ingang
Om de batterij te beschermen tegen overbelasting is
de ingang van het paneel kortgesloten.
Mogelijke redenen voor deze fout:
– De batterijspanning (12/24/48 V) is verkeerd in-
gesteld of verkeerd automatisch gedetecteerd. Ge-
bruik VictronConnect om de automatische
detectie uit te schakelen en de batterijspanning op
een vaste waarde in te stellen.
– Er is nog een ander apparaat op de batterij
aangesloten dat op een hogere spanning is
geconfigureerd. Bijvoorbeeld een MultiPlus,
geconfigureerd om te egaliseren op 17 V, terwijl
dit in de MPPT niet is geconfigureerd.
– De batterij is losgekoppeld met een manuele
schakelaar. Idealiter moet de lader worden
uitgeschakeld
voordat
de
losgekoppeld. Dit voorkomt dat de spanning op de
laderuitgang doorschiet. Indien nodig kan het
activatieniveau voor de PV-kortsluitbeveiliging
worden verhoogd door de instelwaarde van de
egalisatiespanning te verhogen (let op: egalisatie
hoeft in dit geval niet te zijn ingeschakeld).
– De batterij is losgekoppeld door middel van een
lithium-laadrelais dat is aangesloten op de "allow-
to-charge"-uitgang van een BMS. Overweeg in
plaats daarvan de bekabeling van dit signaal om te
leiden naar de Remote-aansluiting van de lader.
Hierdoor wordt de lader correct afgesloten zonder
dat de spanning doorschiet.
Foutherstel:
– Error 38: Maak eerst de zonnepanelen los en
ontkoppel de batterij. Wacht 3 minuten, sluit
vervolgens eerst de batterij weer aan en daarna de
panelen.
– Error 39: De lader zal automatisch weer starten
zodra de batterijspanning is gezakt tot onder de in-
gestelde maximale spanning (normaal gesproken
de egalisatie- of absorptiespanning) voor 250V-
versies of tot onder de float-spanning voor de an-
dere apparaten. Het kan tot een minuut duren om
de fout te resetten.
Als
de
fout
waarschijnlijk defect.
6.3.1.15 Error 40 – PV-ingang kon niet worden
uitgeschakeld
Als de lader niet in staat is om de PV-ingang uit te
schakelen, zal deze in een veilige modus gaan om de
batterij
wordt
batterij te beschermen tegen overladen of een te hoge
spanning op de batterijklemmen. Om dat te doen, zal
de lader stoppen met laden en zijn eigen uitgang los-
koppelen. De lader zal daarmee een storing vertonen.
aanhoudt
is
de
CCGX-lader
- 60 -
Informatie 65 – Communicatiewaarschuwing
De communicatie met een van de parallelle CCGX's
ging verloren. Om de waarschuwing te verwijderen,
schakelt u de CCGX uit en weer in.
Informatie 66 – Incompatibel apparaat
De CCGX is parallel gekoppeld aan een andere
CCGX met andere instellingen en/of een ander
laadalgoritme.
Zorg ervoor dat alle instellingen dezelfde zijn en werk
de firmware van alle laders bij naar de laatste versie.
6.3.1.16 Error 67 – BMS-verbinding verbroken
De lader is geconfigureerd om te worden bestuurd
door een BMS, maar ontvangt geen controleberichten
van een BMS. De lader is uit veiligheidsoverwegin-
gen gestopt met laden.
Controleer de aansluiting tussen de lader en de BMS.
De lader resetten en ontkoppelen van de BMS
Als de lader opnieuw in autonome modus (stand-
alone) moet werken, niet bestuurd door een BMS,
moet u hem resetten:
– Voor VE.Can-zonneladers gaat u naar het instel-
menu en wijzigt u de instelling "BMS" van "Y"
naar "N" (instelitem 31).
– Voor VE.Direct-zonneladers reset u de lader naar
de fabrieksinstellingen met VictronConnect en
configureert u de lader opnieuw.