Inhoudsopgave
Advertenties
Error 24 wordt geactiveerd wanneer een Multi of
Quattro een stroom detecteert die door het feedback-
relais stroomt op een moment waarop het relais ge-
opend zou moeten zijn. Dit kan een van twee zaken
betekenen:
1. Het relais is niet opengegaan.
2. Het bijbehorende relais om de stroom te meten is
defect.
Error 24 is een erg zeldzame fout.
Mogelijke oorzaken in volgorde van
waarschijnlijkheid
– Er is te veel AC-belasting aangesloten op het mo-
ment dat het relais moet worden uitgeschakeld.
Deze grote stroom voorkomt het openen van de
relaiscontacten. Oplossing: verwijder de overma-
tige belasting. Raadpleeg de capaciteit van de om-
schakelaar op het gegevensblad voor het
maximale vermogen.
– De AC-ingangsspanning daalt langzaam voordat
deze door de Multi's wordt geweigerd. Dit ge-
beurt meestal in installaties met een generator.
Vooral in combinatie met AC-belastingen die hun
stroomverbruik verhogen wanneer de AC-span-
ning daalt: Tegen de tijd dat de omvormer/lader
start met ontkoppelen, is de stroom door de relais
veel hoger dan het maximale vermogen, en te
hoog om ze te openen. Oplossing: Laat de Multi's
of Quattro's vroeger loskoppelen: verhoog de on-
dergrens van de AC-ingangsspanning in VECon-
figure3.
Bijvoorbeeld
tot
fabrieksinstelling is 180 VAC.
– Het feedbackrelais ondervindt een hardwaresto-
ring. Oplossing: Vervang het defecte apparaat.
– Het bijbehorende relais om de stroom te meten is
defect. Oplossing: Vervang het defecte apparaat.
Diagnose van een parallel-, split- of meerfasensysteem
Error 24 verschijnt altijd op alle apparaten tegelijk. Er
is helaas geen indicatie, noch op de leds, noch op een
CCGX, VRM, of enige andere manier om te zien wel-
ke van de apparaten de fout heeft veroorzaakt. Hier-
onder wordt beschreven hoe u manueel kunt bepalen
welke eenheid een defect relais heeft.
Zorg er wel voor dat u eerst altijd optie 1 en 2 van bo-
venstaande lijst goed controleert. Dat zijn de meest
voorkomende oorzaken. Als dat niet tot een oplossing
leidt, volg dan deze procedure om na te gaan of het
een relaisprobleem is en in welke eenheid het pro-
bleem zich voordoet.
Voer deze procedure meteen na het optreden van de
fout uit; voer geen reset uit van het systeem.
1. Begin met het maken van een video van alle
apparaten en hun ledcode. Reset het systeem niet;
en reset het ook niet na het maken van de video.
2. Koppel alle AC-bekabeling los, zowel inkomend
als uitgaand en op alle apparaten. Maak foto's van
de aansluitklemmen zodat er tijdens de bespreking
met een ingenieur geen misverstand ontstaat over
wat er met bepaalde instructies wordt bedoeld.
3. Meet nu met een ohmmeter de weerstand tussen
de neutrale klemmen op de AC-ingang en de AC-
210
VAC.
De
uitgang. Een correct werkende eenheid zal geen
verbinding tussen deze klemmen laten zien. Meet
- 57 -
ook de weerstand tussen de faseklemmen van de
AC-ingang en de AC-uitgang.
Een defecte eenheid meet nul of bijna nul weer-
stand.
Goed werkende eenheden zullen een onderbre-
king tussen de in- en uitgangsklemmen van de fa-
sen meten en een paar honderd ohm aangeven
tussen de inkomende AC-nuldraad en uitgaande
AC-nuldraad.
6.1.2.18 Error 25 – Incompatibele firmware
Gebruik dezelfde firmware in alle apparaten.
Werk de alle apparaten bij naar de meest recente
firmware.
6.1.2.19 Error 26 – Interne fout
Deze fout zou niet mogen optreden. Schakel alle
apparatuur uit en dan weer in. De werking zal
vervolgens hervatten. Neem contact op met Atlas
Copco als dit probleem zich blijft voordoen.
Advertenties
Inhoudsopgave
