4.4.3
Ethernet LAN-poort
Wanneer u een ethernetkabel aansluit tussen een
router en de CCGX, wordt de verbinding bevestigd op
de pagina Settings (instellingen) > Ethernet op uw
CCGX.
4.4.4
Maximale laadstroom
Deze instelling voor maximale laadstroom kan door
de gebruiker worden geconfigureerd. De instelling
geldt voor het hele systeem. MPPT-zonneladers krijgt
automatisch voorrang op de netstroom/generator.
De fabrieksinstelling wordt aangepast aan de maxi-
male intensiteit die beschikbaar is via alle omvor-
mers/laders die overeenkomstig de configuratie van
het energieopslagsysteem zijn gemonteerd.
Deze parameter kan worden gebruikt wanneer een ge-
neratorset te klein is voor het vermogen dat nodig is
om de batterijen bij de maximale snelheid/intensiteit
op te laden.
Dit is een indicatieve tabel om deze waarde van maxi-
male laadstroom in te stellen volgens het vermogen
van de generatorset die is aangesloten op de ingang
van het energieopslagsysteem.
Nominaal ver-
ZBP45 maxima-
mogen genera-
le aanbevolen
torset (kVA)
laadstroom
(A)
10
65
15
100
20
130
25
165
30
195
40
260
45
295
50
325
60
390
80
520
100
535
120
535
Nominaal ver-
ZBE maximale
mogen genera-
aanbevolen
torset (kVA)
laadstroom
(A)
10
65
15
100
20
130
25
165
30
195
40
260
45
295
50
295
60
295
- 43 -
In sommige gevallen, als de generatorset zelfs bij
Laadtijd 10-
deze waarde niet bestand is tegen de belastingsstap,
90% 25ºC
kan de parameter nog lager worden ingesteld om het
(h)
hybride systeem te kunnen stabiliseren.
Merk op: hoe lager de ingestelde waarde, hoe langer
13,1
de oplaadtijd.
8,5
Om de maximale laadstroom te wijzigen, zie Settings
6,6
(Instellingen) > DVCC in de menu's, vervolgens
5,2
Maximum charge current (Maximale laadstroom).
4,4
3,3
2,9
2,7
2,2
1,9
1,9
1,9
Laadtijd 10-
90% 25ºC
(h)
13,9
9,0
7,0
5,5
4,7
4,3
4,3
4,3
4,3