•
Het systeem detecteert niet de
minimaal vereiste rijstrookmarkeringen
of wanneer rijstroken worden
samengevoegd of gesplitst.
•
Wanneer de stuurinzet die nodig is om
in het midden van de rijstrook te blijven
rijden de limiet van het lane
centring-systeem overschrijdt.
•
Wanneer u in gebieden rijdt die nog in
aanbouw zijn of bij
wegwerkzaamheden.
•
Als de camera op de voorruit en/of de
radar voor zijn geblokkeerd.
•
Bij gebruik van een reservewiel.
•
Slechte weersomstandigheden,
inclusief maar niet beperkt tot harde
wind, zware regenval en mist.
•
Rijden tegen direct zonlicht in.
•
Wanneer er aanpassingen aan het
stuursysteem zijn gedaan, inclusief
wijzigingen aan het stuurwiel.
•
Wanneer u een aanhanger trekt.
Zie Voorzorgsmaatregelen assistentie
midden rijstrook (bladzijde 214)..
N.B.: De stuurassistentie van het systeem
is beperkt en volstaat wellicht niet in alle
rijsituaties en/of -omstandigheden, zoals
bij rijden in scherpe bochten of met hoge
snelheid in bochten rijden.
N.B.: In uitzonderlijke omstandigheden kan
het systeem afwijken van het midden van
de rijstrook.
ASSISTENTIE MIDDEN
RIJSTROOK IN- EN
UITSCHAKELEN
U moet de handen te allen tijde op het
stuurwiel houden.
De bediening bevindt zich op het stuurwiel.
Druk op de knop.
E362891
Puma (CF7) Vehicles Built From: 11-03-2024, CG3980nlNLD nlNLD, Edition date: 202310, First-Printing
Adaptieve Cruise Control
215
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat branden.
Wanneer het Lane Centring-systeem is
ingeschakeld, verandert de kleur van de
lamp om de status van het systeem aan
te geven.
U kunt het systeem op elk moment
onderdrukken door de auto te besturen.
N.B.: Voordat u het Lane Centring-systeem
kunt inschakelen, moet aan de juiste
voorwaarden zijn voldaan. Zie Vereisten
assistentie midden rijstrook (bladzijde
214)..
Assistentie midden rijstrook in- en
uitschakelen
1.
Druk op Functies op het
aanraakscherm.
2. Druk op Bestuurdersassistentie.
3. Druk op Cruise Control.
4. Druk op Adaptieve Cruise Control.
5. Lane Centring in- of uitschakelen.
WAARSCHUWINGEN
ASSISTENTIE MIDDEN
RIJSTROOK
U moet de handen te allen tijde op het
stuurwiel houden.
Wanneer het systeem actief is en een tijd
geen stuuractiviteit detecteert,
waarschuwt het systeem u dat u de
handen op het stuurwiel moet houden.
Wanneer er rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn en u niet reageert op de
waarschuwingen, wordt het systeem snel
geactiveerd, worden de remmen vrijgezet
en vertraagt de auto tot lage snelheden
met behoud van de controle over het stuur.
Als er geen rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn, komt het voertuig tot stilstand. Het
systeem activeert de alarmknipperlichten.
Zie Assistentie midden rijstrook
automatisch annuleren (bladzijde 216)..