Handleiding Lithium Battery Smart
Live data via Direct uitlezen
5.3. Opladen en ontladen van de accu
Dit hoofdstuk beschrijft het laad-, ontlaad- en celbalanceringsproces in meer detail voor diegenen die geïnteresseerd zijn in de
technische achtergrond.
5.3.1. Opladen
Lithiumaccu's zijn gemakkelijker op te laden dan loodzuuraccu's. De laadspanning kan variëren van 14 V tot 15 V voor een 12,8
V-lithiumaccu en 28 V tot 30 V voor een 25,6 V-lithiumaccu, zolang er geen enkele cel meer dan 4,2 V is. Lithiumaccu's worden
permanent beschadigd als ze te veel worden opgeladen.
Wanneer een cel 4,2 V bereikt, dan zal alle lading in die cel omgezet worden in warmte. Dit is echter onmogelijk op een correct
geïnstalleerd systeem.
We bevelen 14,2 V (28,4 V) als de absorptiespanning aan, maar als het veranderd wordt, raden we aan het te houden tussen
14,0 V (28 V) en 14,4 V 28,8 V). Druppellaadspanning moet steeds 13,5 V (27 V) zijn.
Door de flexibiliteit in laadspanningen kunnen tot 5 accu's zonder al te veel problemen parallel worden aangesloten. Er zal geen
schade optreden als er kleine verschillen zijn in individuele accu spanningen vanwege wisselende kabelweerstanden of interne
accuweerstanden.
Zodra de absorptiefase is voltooid, gaat de acculader over op druppelladen.
** Opslagfase is niet per se nodig voor een lithiumaccu, maar als de acculader een opslagmodus heeft, zet deze dan op dezelfde
waarde als de druppellaadspanning.
Wij raden een laadstroom van 0,5 C aan. Dit betekent dat als de accu volledig leeg is, het 2 uur duurt om de accu op te laden.
Een oplaadsnelheid van 0,5 C voor een 100 Ah-accu is 50 A-laadstroom. De maximale laadstroom is 2 C, voor een 100 Ah-accu
is dit 200 A. Hierdoor wordt de accu binnen een half uur opgeladen. Maar houd er rekening mee dat de accu's meer warmte
produceren wanneer hoge laadstromen worden gebruikt. Er is meer ventilatie ruimte nodig rond de accu's en afhankelijk van de
installatie is hete luchtafzuiging of geforceerde luchtkoeling mogelijk nodig.
Pagina 27
Bediening