10 Inspectie en onderhoud
9.3
Foutgeheugen opvragen
Het product beschikt over een foutgeheugen. Daar kunt u
de laatste tien opgetreden fouten in chronologische volgorde
opvragen.
Om het foutgeheugen op te roepen, kiest u Menu → Installa-
teurniveau → Storingslijst.
Op het display verschijnt:
–
Aantal opgetreden fouten
–
actueel opgeroepen fout met foutnummer F.xx
–
Een tekst met uitleg over de fout.
▶
Om de laatste tien opgetreden fouten weer te geven,
gebruikt u de toets
of
9.4
Live Monitor (statuscodes) weergeven
Statuscodes op het display informeren over de actuele be-
drijfstoestand van het product. Ze kunnen via het menu Live
monitor worden opgeroepen.
9.5
Functiemenu gebruiken
Met behulp van het functiemenu kunt u bij de foutdiagnose
individuele componenten van het product aansturen en tes-
ten. (→ Pagina 22)
9.6
Actorentest uitvoeren
Menu → Installateurniveau → Testmenu → sensor/werking
test
Met behulp van de sensor/actortest kunt u de functie van
componenten van de CV-installatie controleren. U kunt
meerdere actuatoren tegelijkertijd aansturen.
Wanneer u geen selectie maakt voor verandering, dan kunt
u de actuele aansturingwaarden van de actuatoren en de
sensorwaardes laten weergeven.
Een lijst van de sensorkenwaarden vindt u in de bijlage.
Karakteristieke waarden interne temperatuursensoren, hy-
draulisch circuit (→ Pagina 36)
Karakteristieke waarden buitentemperatuursensor VRC DCF
(→ Pagina 37)
9.7
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
▶
Kies Menu → Menu → Installateurniveau → Resetten,
om alle parameters tegelijk te resetten en de fabrieksin-
stellingen op het product te herstellen.
22
.
10 Inspectie en onderhoud
10.1
Onderhoudsmeldingen controleren
Als het symbool
op het display weergegeven wordt, dan
heeft het product een onderhoudsbeurt nodig of het product
bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus.
▶
Voor meer informatie roept u de Live Monitor op.
▶
Voer de in de tabel vermelde onderhoudswerkzaamhe-
den uit.
Onderhoudsmeldingen (→ Pagina 32)
Voorwaarde: Lhm.XX wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus. Het
product heeft een permanente storing herkend en gaat ver-
der met beperkt comfort.
▶
Om vast te stellen welke component defect is, leest u het
foutgeheugen uit (→ Pagina 22).
Aanwijzing
Als er een foutmelding is, dan blijft het pro-
duct ook na een reset in de comfortveiligheids-
modus. Na een reset wordt eerst de foutmel-
ding weergegeven voor opnieuw de melding
Beperkt bedr. (comfortbescherming) ver-
schijnt.
▶
Controleer de weergegeven componenten en vervang
deze eventueel.
10.2
Controleprogramma's gebruiken
De testprogramma's kunnen worden opgeroepen via Menu
→ Installateurniveau → Testmenu → Controleprogramma.
Als het product zich in de fouttoestand bevindt, kunt u de
testprogramma's niet starten. U kunt een fouttoestand aan
het foutsymbool links onderaan op het display herkennen. U
moet eerst ontstoren.
Om de testprogramma's te beëindigen, kunt u altijd Annule-
ren kiezen.
11 Uitbedrijfname
11.1
Product buiten bedrijf stellen
▶
Verbreek de verbinding van het product met het elektrici-
teitsnet.
▶
Koppel de sensoren- en eBUS-kabels los.
Installatiehandleiding Warmtepompbesturingsmodule 0020291576_00