7 Ingebruikname
7.3.1
Installatieassistent beëindigen
▶
Als u de installatieassistent met succes doorlopen hebt,
bevestig dan met
.
◁
De installatieassistent wordt gesloten en start niet
meer wanneer het product weer wordt ingeschakeld.
7.4
Menufuncties zonder optionele
systeemthermostaat
Als er geen systeemthermostaat is geïnstalleerd en dit in de
installatieassistent wordt bevestigd, dan worden de volgende
extra functies in het bedieningsveld van het product weerge-
geven:
–
Gebruikersniveau
–
Kamertemperatuur Gewenste waarde
–
Estrikdroging actief
–
Gewenste boilertemp.
–
Boilertamp. warm water
–
Handm. koelen activering
–
Installateurniveau
–
Stooklijn
–
Uitsch.temp. zomer
–
Bival.punt verw.
–
Bival.punt WW
–
Altern. pt. verw.
–
Max. aanvoertemp.
–
Min. aanvoertemp.
–
Act. CV-functie
–
WW activering
–
Hysterese boiler opl.
–
Noodbedrijf Verwarmingselement Verw. / warm
water
–
Gew. aanvoer koelen
–
Estrikdroging dag
Als de systeemthermostaat achteraf werd verwijderd of als
er een defect is, dan moet u het product naar fabrieksinstel-
ling terugzetten en in de installatieassistent de systeemther-
mostaat deactiveren, om de extra functies in het bedienings-
veld van het product te verkrijgen.
7.5
Installateurniveau oproepen
1.
Druk tegelijk op
en
Navigeer naar het menu → Installateurniveau en be-
2.
vestig met
(Ok).
3.
Stel de waarde 17 in en bevestig met
7.6
Configuratie controleren
U kunt de belangrijkste installatieparameters nog eenmaal
controleren en instellen. Roep voor het configureren het me-
nupunt Toestel configuratie op.
Menu → Installateurniveau → Toestel configuratie.
20
.
.
7.7
Statistieken oproepen
Menu → Installateurniveau → Testmenu → Statistieken
U kunt met de functie de statistieken voor de warmtepomp
oproepen.
7.8
Vuldruk in afgiftecircuit weergeven
Het product beschikt over een druksensor in het CV-circuit
en een digitale drukindicatie.
▶
Selecteer Menu Monitoren, om de vuldruk in het afgifte-
circuit weer te geven.
7.9
CV-functie controleren
▶
Start het testprogramma P.04.
7.10
Warmwaterbereiding controleren
▶
Controleer, of de boiler wordt ontlucht en de warmwater-
temperatuur wordt bereikt.
7.11
Afwerklaagdroging
Opgelet!
Gevaar voor schade aan het product door
niet uitgevoerde ontluchting
Zonder ontluchting van het CV-circuit kan
schade aan het systeem ontstaan.
▶
Wanneer het drogen van de dekvloer
zonder systeemthermostaat is geacti-
veerd, ontlucht u het systeem handma-
tig. Er vindt geen automatische ontluch-
ting plaats.
–
Met deze functie kunt u een pas gelegde afwerklaag vol-
gens de bouwvoorschriften volgens een vastgelegd tijds-
en temperatuurplan "droogstoken", zonder dat een sys-
teemthermostaat is aangesloten.
De afwerklaagdroging is met dit product zonder elektrische
hulpverwarming alleen mogelijk, wanneer de retourtempera-
tuur hoger ligt dan 10 °C. Dat komt overeen met een buiten-
temperatuur van ongeveer +5 °C. Bij buitentemperaturen on-
der +5 °C bestaat het gevaar, voor toenemende ijsvorming
op de lamellenwarmtewisselaar.
Als de vloerdroogfunctie geactiveerd is, dan zijn alle geko-
zen modi onderbroken. De functie regelt de aanvoertempe-
ratuur van het geregelde CV-circuit onafhankelijk van de bui-
tentemperatuur volgens een tevoren ingesteld programma.
Het display geeft de gewenste aanvoertemperatuur aan. De
lopende dag kunt u handmatig instellen.
Dagen na de start van de
functie
1
2
3
4
5
6 - 12
13
Installatiehandleiding Warmtepompbesturingsmodule 0020291576_00
Gewenste aanvoertempera-
tuur voor deze dag [°C]
25
30
35
40
45
45
40