5.5
Circulatiepomp aansluiten
1.
Leid de 230 V netaansluitkabel van de circulatiepomp
van onderen links in de schakelkast.
2.
Verbind de 230 V-aansluitkabel met de stekker van
stekkerplaats MA2 en steek deze in de steekplaats.
3.
Verbind de aansluitkabel van de externe toets met de
klemmen 1 (0) en 2 (FB) van de randstekker ME, die bij
de thermostaat geleverd is.
4.
Steek de randstekker in de steekplaats ME.
5.
Stel de circulatiepomp in de systeemthermostaat in.
5.6
Maximaalthermostaat voor vloerverwarming
aansluiten
▶
Sluit de maximaalthermostaat op de stekker S20 van de
buitenunit aan, → bedienings- en installatiehandleiding
aroTHERM plus.
5.7
Buitentemperatuursensor aansluiten
Voorwaarde: Geen systeemthermostaat aangesloten
▶
Sluit een buitentemperatuurvoeler DCF/AF op de klem-
men van de stekker DCF/AF aan en steek deze op de
steekplaats.
5.8
Externe driewegklep aansluiten (optie)
▶
Sluit de externe driewegklep op de klemmen van de stek-
ker UV1 aan en steek deze op de steekplaats.
–
Ter beschikking staat de aansluiting aan een perma-
nent stroomvoerende fase "L" met 230 V en aan een
geschakelde fase "S". De fase "S" wordt door een in-
tern relais aangestuurd en geeft 230 V vrij.
5.9
Mengklepmodule VR 70 / VR 71 aansluiten
1.
Sluit de voeding van de mengmodule VR 70 / VR 71 op
X4 op de netaansluitingsprintplaat aan.
2.
Verbind de mengmodule VR 70 / VR 71 met de eBUS.
6
Bediening
6.1
Bedieningsconcept van het product
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmoge-
lijkheden van het gebruikersniveau zijn eveneens in de ge-
bruiksaanwijzing beschreven.
0020291576_00 Warmtepompbesturingsmodule Installatiehandleiding
7
Ingebruikname
7.1
Product in gebruik nemen
1.
Zorg ervoor dat de behuizing bij de ingebruikneming
gesloten is.
2.
Neem het product samen met de thermostaat in gebruik
(→ installatiehandleiding thermostaat).
7.2
Product inschakelen
Aanwijzing
Het product heeft geen aan-/uit-schakelaar. Zo-
dra het product wordt aangesloten op het elektrici-
teitsnet, is het ingeschakeld.
1.
Schakel het product via de lokaal geïnstalleerde schei-
dingsinrichting in.
◁
Op het display verschijnt het startscherm.
◁
Op het display van de systeemregelaar verschijnt de
"basisweergave".
◁
Start de producten van het systeem.
◁
CV- en warmwatervraag zijn standaard geactiveerd.
2.
Als u het warmtepompsysteem na de elektrische instal-
latie voor de eerste keer in gebruik neemt, worden auto-
matisch de installatieassistenten van de componenten
gestart. Stel de vereiste waarden eerst op het bedie-
ningsveld van de besturingsmodule in en pas dan bij de
optionele systeemthermostaat en de andere systeem-
componenten.
7.3
Installatieassistent doorlopen
De installatieassistent wordt bij het eerste inschakelen van
het product gestart. Hij biedt directe toegang tot de belang-
rijkste controleprogramma's en configuratie-instellingen bij
de ingebruikname van het product.
Bevestig de start van de installatieassistent. Zolang de in-
stallatieassistent actief is, zijn alle verwarmings- en warmwa-
teraanvragen geblokkeerd.
Stel de volgende parameters in:
–
Taal
–
Systeemthermostaat voorhanden
–
Koelingstechnologie
–
Stroombegrenzing compressor
–
Multifunctionele uitgang relais
–
Tussenwarmtewisselaar aanwezig
–
Testprogramma: ontluchten afgiftecircuit
–
Contactgegevens telefoonnummer
Om naar het volgende punt te gaan, bevestigt u telkens met
Volgende.
Als u de start van de installatieassistent niet bevestigt, wordt
deze 10 seconden na het inschakelen gesloten en de basis-
weergave verschijnt. Wanneer de installatiewizzard niet ge-
heel wordt doorlopen, start deze opnieuw bij de volgende
keer inschakelen..
Bediening 6
19