2.
Druk op Papierformaat handinvoer en selecteer vervolgens het papierformaat.
Selecteer het envelopformaat
3.
Druk op [Papiersoort: Handinvoer] en geef vervolgens de papiersoort en -dikte op.
• [Papiersoort]
[Envelop]
[OK]
• [Papierdikte]
[Normaal papier 66-74g/m
• Voor meer informatie omtrent de soort enveloppen die in elke lade kan worden geplaatst, zie
Pag. 38 "Specificaties papierformaat" en Pag. 40 "Specificaties papiertype".
• Voor meer informatie over het plaatsen van enveloppen, zie Pag. 55 "Enveloppen plaatsen".
• Configureer de papierinstellingen op de goede manier met zowel het printerstuurprogramma als
het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het instellen van de printerinstellingen, zie
Pag. 56 "Enveloppen afdrukken met Windows (PCL 6/PostScript 3)", Pag. 57 "Enveloppen
afdrukken met Windows (PCL 5c)" of Pag. 58 "Enveloppen afdrukken met Mac OS X".
[OK]
2
]
[OK]
Papierinstellingen
63