2. Papier plaatsen
Papierinstellingen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -soort kunt opgeven met het
bedieningspaneel.
• Als [Prioriteit lade-instelling] is ingesteld op [Apparaatinstelling(en)], dan hebben de
papierinstellingen die gedaan zijn op het bedieningspaneel van de printer voorrang op de
instellingen die gedaan zijn in het printerstuurprogramma of via commando's. Voor meer
informatie, zie:
• de Gebruiksaanwijzing.
• de Gebruiksaanwijzing.
Een papiersoort opgeven
• Om een aangepast papierformaat te gebruiken, moet u het papierformaat opgeven op het
bedieningspaneel en in het printerstuurprogramma.
• De printer kan niet afdrukken op aangepast papierformaat als de applicatie geen aangepaste
papierformaten ondersteunt.
Standaard papierformaat opgeven
Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met de toetsen [ ] of [ ].
1.
Selecteer [Papierinvoer]
2.
Selecteer [Papierformaat: (ladenaam)]
3.
Selecteer het formaat van het papier dat in de opgegeven lade ligt
1.
Druk op de [User Tools]-knop en ga vervolgens naar het scherm [Instell. papierlade].
[Systeeminstellingen]
2.
Geef het papierformaat en de richting op.
[Papierformaat lade: (ladenaam)]
60
Druk op [OK]
Druk op [OK]
[Instell. papierlade]
Selecteer het papierformaat en de invoerrichting
Druk op [OK]
[OK]