> Elke afzonderlijke draadspanning kan met de instellingstoetsen +/- op een waarde tussen 1 en 9 worden
ingesteld. U ziet de wijziging van de draadspanning op het display.
Optimale draadspanning instellen voor coversteken
Bij het verlagen van de draadspanning moet u met zo klein mogelijke stappen ten opzichte van de
basiswaarde te werk gaan.
Met een blauwe banderol wordt aangegeven dat de ingestelde waarde zich in een experimenteel bereik
bevindt. Zo heel af en toe worden steken overgeslagen.
Als u de steekelasticiteit wilt verhogen kunt ook een kleinere steeklengte instellen.
Terugzetten naar basiswaarde
> Selecteer het veld met het gele kader
– De draadspanning wordt teruggezet naar de basiswaarde.
> Tik op het veld «clr»
– Alle wijzigingen op dit display worden teruggezet naar de basiswaarde.
7.7 Differentieeltransport instellen
Met het differentieeltransport wordt ongewenst rimpelen of golven van naden in gebreide of elastische
stoffen evenals het verschuiven van stoflagen voorkomen. De achterste transporteur houdt altijd constant
dezelfde snelheid, de voorste transporteur kan worden ingesteld. De beide transporteurs kunnen bij het
naaien op elkaar worden afgestemd zodat de stof zoals gewenst wordt getransporteerd en er geen golven
of ongewenste rimpels ontstaan.
Om een «blinde bediening» mogelijk te maken wordt het instelgebied groter weergegeven terwijl de
machine loopt.
Instellen op de machine
79