Inhoudsopgave
Advertenties
5
Beginnen met naaien
5.1 Controle voordat u met naaien begint
Loop voor een succesvolle start van een project het volgende na:
• De machine is uitgeschakeld en de naaivoet staat omhoog.
• De stof en toepassingen zijn gekozen. (zie pagina 61)
• Het garen is gekozen. (zie pagina 61)
• De naald past bij het garen en het naaiproject. (zie pagina 62)
• De steek is gekozen. (zie pagina 71)
• De instellingen van de machine passen bij de gekozen steek. (zie pagina 74)
• De machine is ingeregen. (zie pagina 88)
• Alle naald- en grijperdraden liggen onder de naaivoet naar linksachter.
• Het grijperdeksel en inrijgdeksel zijn gesloten.
> Zet de naaivoet omlaag.
> Druk op het pedaal om met naaien te beginnen.
– Er ontstaat een draadbundel.
– Als er geen draadbundel ontstaat, controleert u of de machine correct is ingesteld voor de
geselecteerde steek.
5.2 Stof kiezen
Voor een perfect naairesultaat zijn de kwaliteit van naald, draad en stof, evenals de optimale steek van
doorslaggevend belang.
> Het is daarom raadzaam om een proeflapje te maken met de gekozen stof. (zie pagina 102)
5.3 Garen kiezen
Er is een grote keuze aan naaigarens en speciale overlockgarens verkrijgbaar, met een verschillende dikte en
diverse vezelcombinaties.
• Kies voor kwalitatief hoogwaardig overlockgaren voor een optimaal resultaat.
• Gebruik garenklossen/-spoelen die geschikt zijn voor overlockmachines.
Draadbreuk door verkeerde verhouding naald/garen of garen/grijper
LET OP
De draad moet zonder weerstand door de draadgeleiding kunnen glijden.
De draad moet zonder weerstand in het grijper- of naaldoog kunnen worden ingeregen.
Rijg dik decoratief garen uitsluitend in de grijpers in en gebruik eventueel de luchtinrijgeromloop.
Kies bij dikke naald- of grijperdraden voor een grotere steeklengte en stel een lagere draadspanning in.
Beginnen met naaien
61
Advertenties
Inhoudsopgave
