Hoofdstuk 5 - Opslag
3.
Druk op de ontgrendelingen van de snelkoppelingen en haal de blauwe aftapslangen uit de steun.
b
a
4.
Trek aan de T–handgreep totdat de slanggeleider in contact is met de snelkoppelingfittingen.
5.
Druk de T-handgreep aan om de blauwe aftapslangen naar beneden te drukken tot onder de verbindingspunten op het
blok.
6.
Als er geen water uit alle blauwe aftapslangen stroomt, raadpleegt u Verstopte aftapslangen vrijmaken.
7.
Houd de blauwe aftapslangen losgekoppeld totdat al het water uit de motor is gelopen.
8.
Trek aan de T-handgreep totdat de snelkoppelingfittingen op de blauwe aftapslangen binnen bereik zijn.
9.
Installeer de snelkoppelingfittingen op de steun. Trek aan de blauwe aftapslangen om te controleren of ze stevig
aangesloten zijn.
10. Trek de T-handgreep omlaag tot deze op zijn plaats zit.
11. Zet de lenspomp uit.
12. Als de boot in het water afgetapt is, opent u de zeewaterkraan (indien aanwezig) of maakt u de waterinlaatslang open
en sluit u hem weer aan voordat u de motor in gebruik neemt.
BELANGRIJK: Controleer de blauwe aftapslangen op lekkage wanneer u de motor de volgende keer start.
Zeewatergedeelte legen bij modellen met gesloten koelsysteem
Water dat is ingesloten in het zeewatergedeelte van het koelsysteem kan roest of vorstschade veroorzaken. Leeg het
zeewatergedeelte van het koelsysteem onmiddellijk na gebruik of vooraf aan een langere opslagperiode bij temperaturen
onder het vriespunt. Als de boot in het water ligt, moet de zeewaterkraan dicht blijven totdat de motor opnieuw gestart
wordt, om te voorkomen dat er water terugstroomt in het koelsysteem. Als de boot geen zeewaterkraan heeft, houd de
waterslang dan afgekoppeld en dichtgestopt.
NB: Bevestig bij wijze van voorzorgsmaatregel een label aan het contactslot of stuurwiel om de gebruiker van de boot
eraan te herinneren dat de zeewaterkraan moet worden geopend of ontstopt of de waterinlaatslang weer moet worden
aangesloten voordat de motor wordt gestart.
1.
Als u aftapt terwijl de boot in het water ligt, sluit de zeewaterkraan (indien aanwezig) dan of verwijder de
waterinlaatslang en dicht hem af. Als u aftapt met de boot uit het water, plaats de boot dan op een horizontaal
oppervlak om er zeker van te zijn dat het systeem volledig wordt afgetapt.
2.
Haal de aftapplug uit de achterste aftapplugopening op de warmtewisselaar.
3.
Maak de aftapopening met een dik stuk staaldraad schoon totdat het gehele systeem is afgetapt.
NB: Het is soms nodig om slangen op te tillen of te buigen om al het water te laten weglopen.
Bladzijde 74
a -
achterste aftapplug warmtewisselaar
a
7184
a -
ontgrendeling (naar motorblok)
b -
T-handgreep
c
c -
ontgrendeling (naar uitlaatspruitstuk)
d -
blauwe aftapslangen
e -
slanggeleider
d
e
32559
KENNISGEVING
90-8M0115967
DECEMBER 2015
nld