Motorinstallatie op stalling voorbereiden—modellen met MPI
Op modellen met een multipoint inspuitsysteem (MPI) moet het brandstoftoevoersysteem helemaal worden gevuld met een
speciaal mengsel van brandstof, stabilisatiemiddel en smeermiddel. Dit brandstofmengsel stabiliseert de brandstof en
smeert de brandstofpompen, de brandstofdrukregelaar en de brandstofinjectors; daarnaast gaat het de interne oxidatie
tegen van de metalen onderdelen van het brandstofsysteem.
BELANGRIJK: Dit speciale brandstofmengsel kan worden gebruikt op benzinemotoren met katalysator van Mercury
Marine.
Speciaal brandstofmengsel
Brandstof is brandbaar en kan exploderen. Controleer of de contactsleutel op Uit staat en of de dodemansschakelaar zo
is ingesteld dat de motor niet kan aanslaan. Rook niet en zorg dat vonken en open vuur uit de buurt blijven tijdens de
procedure. Zorg voor goede ventilatie van de werkruimte en vermijd langdurige blootstelling aan brandstofdampen.
Controleer altijd op eventuele lekkage voordat u probeert de motor te starten en verwijder gemorste brandstof altijd
onmiddellijk.
Brandstofdampen die in het motorruim achterblijven kunnen irriteren, de ademhaling bemoeilijken of tot ontbranding
komen en zo een ontploffing veroorzaken. Ontlucht de motorruimte altijd voordat u onderhoud of reparaties aan de
motorinstallatie uitvoert.
1.
Vul een losse brandstoftank van 23 liter (6 US gal) met 19 l (5 US gal) normale loodvrije benzine met een octaangetal
van 87 (90 RON).
2.
Giet 1,89 l (2 US qt) Premium Plus 2-Cycle TC-W3 Outboard Oil (buitenboordmotorolie voor tweetakt) en 29,5 ml
(1 oz) Mercury Quickstor Fuel Stabilizer (brandstofstabiliseringsmiddel) in de losse brandstoftank.
Ref.-nr. tube
Premium Plus 2-cycle TC-W3
Outboard Oil
115
(buitenboordmotorolie voor
tweetakt)
Quickstor Fuel Stabilizer
124
(brandstofstabiliseringsmiddel)
3.
Plaats de dop terug op de losse brandstoftank en zorg dat de toegevoegde bestanddelen goed met de brandstof
worden gemengd.
Voorbereiding motor en brandstofsysteem
Brandstof is brandbaar en kan exploderen. Controleer of de contactsleutel op Uit staat en of de dodemansschakelaar zo
is ingesteld dat de motor niet kan aanslaan. Rook niet en zorg dat vonken en open vuur uit de buurt blijven tijdens de
procedure. Zorg voor goede ventilatie van de werkruimte en vermijd langdurige blootstelling aan brandstofdampen.
Controleer altijd op eventuele lekkage voordat u probeert de motor te starten en verwijder gemorste brandstof altijd
onmiddellijk.
Brandstofdampen die in het motorruim achterblijven kunnen irriteren, de ademhaling bemoeilijken of tot ontbranding
komen en zo een ontploffing veroorzaken. Ontlucht de motorruimte altijd voordat u onderhoud of reparaties aan de
motorinstallatie uitvoert.
Als de brandstof opraakt, kunnen de katalysatoronderdelen beschadigd raken. Voorkom dat de brandstoftanks tijdens
het varen leeg raken.
1.
Controleer indien van toepassing de concentratie van de antivries. Zie hiervoor het hoofdstuk Specificaties .
2.
Bepaal voordat u Mercury Quickstor Fuel Stabilizer (brandstofstabilisatiemiddel) aan de brandstof in de tank toevoegt,
welk type brandstof in de brandstoftanks zit en doe dan het volgende:
a.
Boten waarop brandstof zonder alcohol wordt gebruikt—Vul de brandstoftanks met verse alcoholvrije benzine en
voldoende Mercury Quickstor stabiliseringsmiddel om de benzine te behandelen. Volg de instructies op de
verpakking.
b.
Boten waarop brandstof met alcohol wordt gebruikt—Tap de brandstoftanks zo veel mogelijk af en voeg
voldoende Mercury Quickstor stabiliseringsmiddel toe aan de resterende benzine. Volg de instructies op de
verpakking.
3.
Spoel het koelsysteem door. Zie het onderdeel Onderhoud .
90-8M0115967
DECEMBER 2015
nld
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
Beschrijving
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
KENNISGEVING
Gebruikt in
Brandstofsysteem
Brandstofsysteem
Hoofdstuk 5 - Opslag
Onderdeelnr.
92-858026Q01
92-8M0047922
Bladzijde 71