Hoofdstuk 4 - Onderhoud
Beschrijving
Doorbuiging
Onderhoudsschema's—3.0 TKS
Periodiek onderhoud
NB: Voer alleen het onderhoud uit dat van toepassing is op uw motorinstallatie.
Op nieuwe hekaandrijvingen zal de tandwieloliepeilfles soms wel met 470 ml (16 fl oz.) extra tandwielolie moeten worden
bijgevuld tijdens de inloopperiode (20 uur bedrijfstijd). Het is belangrijk dat het tandwieloliepeil tijdens de inloopperiode
wordt gecontroleerd en in stand wordt gehouden. Tijdens de installatie van de aandrijving door de fabriek kan lucht
ingesloten raken boven aan het aandrijfhuis. Gedurende de inloopperiode van de hekaandrijving wordt deze open ruimte
gevuld vanuit de tandwieloliepeilfles. Naarmate er meer lucht uit de hekaandrijving wordt verwijderd via de oliepeilfles,
daalt het oliepeil in de fles.
Taakinterval
Begin elke dag
Einde elke dag
Wekelijks
Om de twee maanden of 50
bedrijfsuren
Periodiek onderhoud
NB: Voer alleen het onderhoud uit dat op uw motorinstallatie van toepassing is.
Taakinterval
Na de eerste inloopperiode van
20 uur
Om de 100 uur of jaarlijks
(wat zich het eerste voordoet)
Bladzijde 42
•
Controleer het motoroliepeil. (U kunt dit interval verlengen naargelang uw ervaring met het product.)
•
Controleer het tandwieloliepeil in de hekaandrijving.
•
Controleer het oliepeil van de trimpomp.
•
Controleer het vloeistofpeil van de stuurbekrachtingspomp of de compacte hydraulische stuurbekrachtiging,
afhankelijk van het stuursysteem van uw model.
•
Spoel telkens na gebruik in zout, brak of verontreinigd water het zeewatergedeelte van het koelsysteem door.
•
Controleer de waterinlaten op vuil of aangroei.
•
Controleer en reinig de wierpot (indien aanwezig).
•
Controleer het koelvloeistofpeil.
•
Inspecteer de anodes van de hekaandrijving en vervang ze wanneer ze voor 50% of meer zijn weggevreten.
•
Verwijder de schroef, smeer de schroefas en haal de moer aan. (U kunt het onderhoud uitstellen tot om de vier
maanden als alleen in zoetwater wordt gevaren.)
•
Behandel de motorinstallatie met Corrosion Guard (corrosiebescherming) als u vaart in zout, brak of verontreinigd
water.
•
Controleer de accuaansluitingen en het vloeistofpeil.
•
Controleer of de meters en draadverbindingen goed vastzitten. Reinig de meters. (Verkort dit interval bij varen in
zout water tot elke 25 uur of 30 dagen, wat zich het eerste voordoet.)
Ververs de motorolie en vervang het filter.
•
Werk de lak van de motorinstallatie bij.
•
Ververs de motorolie en vervang het filter.
•
Ververs de tandwielolie in de hekaandrijving.
•
Als de conditie van de bougies, bougiekabels en de verdelerkap en rotor bij de eerste controle adequaat was (zoals
vermeld onder Elke 300 uur of 3 jaar), controleer dan in welke staat deze onderdelen zich nu bevinden. Vervang zo
nodig.
•
Controleer op motoren met gesloten koelsysteem het koelvloeistofpeil en de concentratie van de antivries voor
toereikende vorstbescherming. Corrigeer dit zo nodig. Zie het hoofdstuk Technische gegevens.
•
Haal volgens de specificaties de verbinding tussen de cardanring en de stuuras opnieuw aan.
•
Vervang het waterscheidend brandstoffilter.
•
Controleer het stuursysteem en de afstandsbediening op losse, ontbrekende of beschadigde onderdelen. Smeer de
kabels en verbindingen.
•
Controleer het massacircuit op losse en beschadigde verbindingen. Meet de uitgang van de MerCathode-eenheid,
indien aanwezig.
•
Reinig de vlamdover, de IAC-demper en de carterventilatieslangen. Inspecteer de PCV-klep, indien aanwezig.
•
Inspecteer de conditie en spanning van de riemen.
•
Modellen met aandrijfasstaartstuk: smeer de kruiskoppelingen van de aandrijfas en het in- en uitgaande
aandrijfaslager in het staartstuk.
6 mm (0.25 in.)
Uit te voeren onderhoud
Uit te voeren onderhoud
90-8M0115967
DECEMBER 2015
nld