Parkeren
● Parkeer op een stevige, horizontale ondergrond.
● Als u op een helling of onverhard terrein moet
parkeren, parkeer het voertuig dan zodanig dat dit
niet kan wegrollen of omvallen.
● Zorg ervoor dat hete onderdelen niet in contact
kunnen komen met ontvlambare materialen.
● Raak de motor, geluiddemper, remmen en andere
hete onderdelen niet aan voordat ze zijn afgekoeld.
● Zet het stuur altijd op slot en verwijder de sleutel als
u het voertuig onbewaakt achterlaat om de kans op
diefstal te verminderen.
Het gebruik van een antidiefstalvoorziening wordt
ook aanbevolen.
#
Parkeren op de zijstandaard
1. Zet de motor uit.
2. Klap de zijstandaard omlaag.
3. Laat het voertuig langzaam naar links leunen totdat
het volle gewicht op de zijstandaard steunt.
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden
4. Draai het stuur volledig naar links.
Het draaien van het stuur naar rechts
u
reduceert de stabiliteit en kan tot gevolg
hebben dat het voertuig omvalt.
5. Zet de contactschakelaar in de stand
verwijder de sleutel.
P. 121
2
Richtlijnen voor tanken en brandstof
Volg deze richtlijnen om de motor, het brandstofsysteem
en de katalysator te beschermen:
● Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
● Gebruik benzine met het aanbevolen octaangetal.
Het gebruik van benzine met een lager octaangetal
heeft een verminderde motorprestatie tot gevolg.
● Gebruik geen brandstof met een hoog
alcoholgehalte.
P. 353
2
● Gebruik geen oude of verontreinigde benzine of een
olie-benzinemengsel.
● Voorkom het binnendringen van vuil of water in de
brandstoftank.
(Lock) en
Vervolg
15