VDH Products BV
1
Inleiding
1.1
Opbouw van het PROBA rijpsysteem
Het PROBA-Rijpsysteem is een totaal oplossing voor het geautomatiseerd rijpen van bananen. Het systeem meet en regelt
zelfstandig de temperatuur en beschikt optioneel over de mogelijkheid om de luchtvochtigheid en gasconcentratie in de
rijpkamer te controleren.
De beluchting van de bananen wordt ook door het systeem geregeld.
Het systeem is in staat over een periode van een aantal dagen één of meer rijpkamers zodanig te besturen, dat na afloop
van die periode de vruchten optimaal gerijpt uit de kamers kunnen worden gehaald.
Het PROBA-Rijpsysteem bestaan uit de volgende componenten:
*
Regelcomputer per rijpkamer (PROBA110).
*
Centrale Computer.
*
Netwerk en Netwerkinterface (PROBA120).
De besturing van de rijpkamer gebeurt volledig door de regelcomputer PROBA110. Deze werkt zelfstandig een rijpprogram-
ma af en kan volledig door de gebruiker vanaf het front bediend worden.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om één of meer van deze regelcomputers via een netwerk en netwerkinterface aan een
centrale computer te koppelen. Met deze computer kunnen alle procesparameters van de aangesloten regelcomputers
worden ingesteld. Zo kunnen tot maximaal 48 rijpkamers op afstand via de computer bediend worden.
In principe staat de centrale computer te allen tijde gekoppeld aan het netwerk en de PROBA-software te draaien. Als de
PC tussendoor voor andere doeleinden wordt gebruikt, gaan er meetgegevens verloren. De rijpprocessen zullen in dat geval
gewoon doorgaan, want de regelcomputers zijn in staat deze zelfstandig af te werken, eventueel via de handmatige
bediening.
Dit laatste is ook de garantie dat als het netwerk of de centrale PC onverhoopt mocht uitvallen, het rijpproces ongehinderd
doorgaat.
Het is mogelijk om meerdere computers tegelijk aan het netwerk te koppelen. Elke PC heeft zijn eigen PROBA120
netwerkinterface. Ook bestaat de mogelijkheid om andere instrumenten aan het netwerk te koppelen, zoals MC785
thermostaten. Deze instrumenten moeten wel geschikt zijn voor communicatie via het PROBA netwerk.
1.2
Werking van het PROBA rijpsysteem
Door middel van rijpprogramma's worden de bananen in de rijpkamer gerijpt. In het PROBA rijpsysteem wordt de duur van
deze rijpprogramma's en het temperatuurverloop per dag ingesteld.
Er staan de rijper 20 rijpprogramma's per PROBA110 ter beschikking.
Het temperatuurverloop wordt ingesteld door middel van temperatuur-setpoints, voor elke dag één. Gedurende de duur van
het gekozen rijpprogramma wordt de temperatuur gecontroleerd en geregeld door de PROBA110 zodat de vruchten
overeenkomstig de wensen van de rijper gerijpt worden.
Tijdens het rijpproces kan gas in de rijpkamer worden toegevoerd. De tijdsduur van het toevoeren van gas of de gewenste
gasconcentratie zijn instelbaar, afhankelijk van de aanwezigheid van de optionele gasconcentratie sensor. Gedurende deze
periode zal de PROBA110 aangeven dat er gas in de rijpkamer aanwezig is en kan de deur van de rijpkamer geblokkeerd
worden.
Tijdens het rijpproces kunnen de bananen belucht worden. De tijdsduur en intervallen van de beluchting zijn instelbaar.
Tijdens begassingsperioden wordt de beluchting geblokkeerd. De PROBA110 geeft aan wanneer er belucht wordt.
Aan het einde van een rijpprogramma schakelt de PROBA110 over naar de zogenaamde STANDBY-mode. De
temperatuurregeling gaat onbeperkt verder op het STANDBY-temperatuursetpoint zodat de gerijpte vruchten in de rijpkamer
in een gecontroleerde omgeving blijven.
Op ieder gewenst moment tijdens het rijpprogramma kunnen de procesparameters, zoals het temperatuursetpoint waar de
PROBA110 op dat moment mee regelt, gewijzigd worden. Tevens kan een rijpprogramma op elk moment naar STANDBY
geschakeld of beëindigd worden.
Een rijpprogramma kan als volgt schematisch worden weergegeven:
Document 961330 - versie 3.7
Blad:
5 van 74