VDH Products BV
1318
1322
1323
1401
1402
1404
1405
1501
1601
1602
1606
1610
4.2.4
Instelling van de alarmen van de PROBA110
In de categorie alarmen en waarschuwingen zijn instelbaar:
Parameter
Toelichting:
1701
Document 961330 - versie 3.7
Met deze functie kan de draairichting van de ventilatoren worden omgekeerd. Het bijbehorende relais
moet wel worden toegewezen (zie parameter 3250).
De omdraai intervaltijd wordt bij parameter 1319 ingesteld.
Bij rijpsystemen met een zone en meerdere fans, kunnen de fans vanaf het front met de zone schakelaar
worden in- en uitgeschakeld.
Bij toepassing van een druksensor bij systemen met een zone, kunnen de fans op basis van luchtdruk
worden in- of uitgeschakeld. De PROBA110 zorgt ervoor dat er voldoende fans blijven draaien om het
druk setpoint (parameter 1324) te handhaven. De op- en afschakeltijden zorgen voor een stabiele
regeling.
Wordt een setpoint tijdens de loop van het programma gewijzigd, kan deze wijziging op verschillende
manieren worden doorgevoerd:
0
Alleen de huidige dag.
1
Alle geprogrammeerde temperaturen worden met dezelfde waarde verhoogd of verlaagd als
het huidige setpoint. De temperatuurgrafiek wordt dus als het ware omhoog of omlaag
geschoven.
2
De setpoint wijziging geldt ook voor de navolgende dagen, mits deze hetzelfde setpoint hadden
als de huidige dag.
Deze instelling maakt het mogelijk om een setpoint wijziging vloeiend te laten verlopen. De stapgrootte
wordt bij parameter 1403 ingesteld.
Wordt de uitlezing naar F omgesteld, moeten alle temperaturen aangepast worden, dus ook de
eventueel aanwezige vaste programma's !
Met deze instelling kan men de PROBA110 gevoelig (0) of juist minder gevoelig (5) maken voor
temperatuurswijzigingen. Deze functie is handig bij het afregelen van de temperatuursensoren.
Met deze functie kan de lengte van 'één dag' worden ingesteld. Wil men meerdere setpoint binnen 24 uur
realiseren, kan men de lengte van één dag verkorten.
Wordt de geprogrammeerde gas concentratie niet binnen de hier geprogrammeerde tijd gehaald, volgt
een alarm (alleen als gas sensor aanwezig).
De ventilatie kan worden ingeschakeld (eventueel ook tijdens het begassen) als het maximaal gepro-
grammeerde nivo aan ethyleen gas wordt bereikt. Dit om te voorkomen dat ontoelaatbaar hoge
concentraties ethyleen worden bereikt (alleen als gas sensor aanwezig..
Bij een te hoog CO2 nivo kan de ventilatie kan worden ingeschakeld, eventueel ook tijdens het begassen
(alleen als CO2 sensor aanwezig).
Wordt geen gas sensor gebruikt en op basis van tijd begast via een centraal begassingssysteem, kan,
wanneer meerdere cellen tegelijkertijd begassen, er onvoldoende gas in de cel stromen.
Dit kan worden voorkomen door verschillende carrousellen te maken. Binnen een carrousel kan
maximaal een cel begassen. Wil een andere cel uit dezelfde carrousel gaan begassen, wacht deze
totdat de andere cel gereed is.
Wordt een 0 geprogrammeerd, is de carrouselfunctie niet actief en kan er altijd begast worden
(bijvoorbeeld als een gas sensor wordt toegepast).
Omschrijving
1700
Instellen alarmen
1450
Toewijzing alarm relais
Er zijn twee sets absolute minimum- en maximum alarmen beschikbaar, elk met hun eigen tijdvertraging.
Ook zijn twee sets relatieve minimum- en maximum alarmen aanwezig, elk met hun eigen tijdvertraging.
De relatieve alarmen zijn gekoppeld aan het setpoint.
Per temperatuurvoeler kan een keuze uit een van deze sets worden gemaakt. Bij overschrijding van de
alarmgrenzen volgt een foutmelding in het display.
Blad:
31 van 74