Installatie
L1
L2
L3
F1 - F3
10
N
Afb. 13:
U
S
S
1
S
2
S
3
K1
F1 – F4 Zekeringen
Procedure
► Schakel na het uitschakelen de uitschakeleenheid weer handmatig in via de geïnstalleerde RE-
5.8 Motorkoppel bewaken
Als de magneetkoppeling wordt overbelast, gaat de synchronisatie tussen de binnen- en buitenkoppe-
ling verloren. De wervelstromen die hierdoor optreden leiden tot oververhitting van de magneetkoppe-
ling. Als de vacuümpomp wordt gebruikt zoals beoogd, is het onwaarschijnlijk dat de magneetkoppeling
overbelast raakt.
Oorzaken voor overbelasting bij verkeerd gebruik
● De voorpomp kan niet de door de Okta ATEX gepompte hoeveelheid gas overnemen (verhoogde
● Uitval van de voorpomp. In dit geval moet de rootspomp onmiddellijk worden uitgeschakeld.
● Verhoogd aanloopkoppel, bijv. door niet door Pfeiffer Vacuum gespecificeerde motor.
● Blokkeren van de zuigers door afzettingen.
● De rootspomp werd voor de voorpomp ingeschakeld.
34/62
K1
A1
Us
3)
AC 220 ... 240 V
V W
U
M
3
11
T1...T3
Aansluitvoorbeeld met PTC-thermistoruitschakeleenheid
Stuurspanning
UIT-knop
AAN-knop
RESET-knop
Schakelaar
SET knop of via de externe RESET S3.
– Inschakeling van het net gedetecteerd als automatische RESET.
drukopbouw tussen rootspomp en voorpomp). Neem de zuigvermogensverhouding van ≤ 10:1
tussen de rootspomp en de voorpomp in acht.
Koppelbegrenzing Okta 1000 ATEX
Een apparaat voor zacht opstarten (bijv. Siemens 3RW30, Eaton DS7) of een frequentie-
omvormer biedt de mogelijkheid het koppel te begrenzen.
● Maximaal toegelaten motorkoppel 56 Nm
2)
2)
A2
T1
T2
Y1
Y2
2)
S3
T1 – T3
PTC-weerstandsensor
H1
Uitschakelingsindicator
M
Motor, 3-fasen
Alleen voor apparaten met twee relaisuitgangen
1)
2)
Alleen voor het type (model) MSR
Alleen voor bestelnr.: P 4768 052 FQ en P 4768 052 FE
3)
1)
1)
1)
24
21
22
14
11
F4
S1
k1
S2
K1
12
H1