4
Voor printers in een netwerk kunnen de papiersoort en het
Let op
papierformaat ook worden geconfigureerd via de HP Web
JetAdmin- en HP JetAdmin-software. Zie de Help-informatie van
het printerstuurprogramma.
Voor afdrukken per type en formaat kan het nodig zijn lade 1 te ledigen
of sluiten, of het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel
van de printer in te stellen op LADE 1 MODUS=PAPIERLADE . Zie
pagina 63 voor meer informatie.
Instellingen in het printerstuurprogramma en toepassingsprogramma's
hebben voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel. De
instellingen in het toepassingsprogramma onderdrukken het
printerstuurprogramma-instellingen.
Ondersteunde papiersoorten
De printer ondersteunt de volgende papiersoorten:
•
normaal
•
briefhoofdpapier
•
geperforeerd
•
bankpost
•
gekleurd papier
•
ruw (klad)
66 Hoofdstuk 2: Afdruktaken
•
Optionele lade voor 500 vel: de papierformaatinstellingen
worden aangepast wanneer het papier op de juiste wijze in de
printer geladen is en de papierformaatkeuze is ingesteld op
het juiste papierformaat. Als u speciaal papier hebt geladen,
stel dan het formaat van dit speciale papier vanuit het
Afdrukmenu zodanig in dat het overeenkomt met het papier
dat in de lade geladen is. Stel de papierformaatinstelknop in
de lade in op Speciaal. Zie pagina 57 voor het afdrukken van
speciale papierformaten.
•
Overige laden: papierformaatinstellingen worden bijgesteld
wanneer het papier eenmaal in de printer is geladen. (Zie de
gedeelten over het laden van papier die beginnen vanaf 35.)
Selecteer het gewenste papiertype en papierformaat vanuit een
toepassingsprogramma of het printerstuurprogramma.
•
voorbedrukt
•
transparant
•
etiketten
•
kringlooppapier
•
kaarten
•
door de gebruiker bepaald
(5 types)
DU