Gebruik van lade 1 aanpassen
U kunt de instellingen voor lade 1 aanpassen, om aan uw eigen
specifieke afdrukbehoeften te kunnen voldoen.
De printer kan worden ingesteld om af te drukken vanuit lade 1
zolang deze geladen is of om alleen af te drukken vanuit lade 1 als
specifiek gevraagd wordt om het geladen type papier. Kies de
instellingen LADE 1 MODUS=EERSTE of LADE 1 MODUS=PAPIERLADE
vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de
printer. (De afdruksnelheid kan iets vertraagd worden als wordt
afgedrukt vanuit lade 1 als LADE 1 MODUS=EERSTE .)
Lade 1 modus=eerste
Als er niet altijd papier in lade 1 zit of als u lade 1 uitsluitend gebruikt
voor handinvoer van papier moet u de standaard-instelling, LADE 1
MODUS=EERSTE in het Papierverwerkingsmenu zo laten.
•
•
Lade 1 modus=Papierlade
LADE 1 MODUS=PAPIERLADE betekent dat de printer lade 1
behandelt als de interne laden. In plaats van eerst te zoeken naar
papier in lade 1 begint de printer bij de onderste lade en gaat dan
omhoog (vanaf de lade met de hoogste capaciteit tot de lade met
de laagste capaciteit), of bij de lade die overeenkomt met het
papiertype of papierformaat waarvoor de instellingen gekozen zijn
vanuit het toepassingsprogramma.
•
•
DU
LADE 1 MODUS=EERSTE betekent dat de printer meestal eerst
papier haalt uit Lade 1 tenzij deze leeg of gesloten is.
U kunt ook papier uit een andere lade kiezen door in het
printerstuurprogramma specifiek te kiezen voor de andere lade.
Als LADE 1 MODUS=PAPIERLADE is ingesteld, verschijnt er een
optie in het Papierverwerkingsmenu voor het configureren van
de formaat- en type-instellingen voor lade 1.
Via het printerstuurprogramma kunt u papier selecteren vanuit
elke lade (waaronder lade 1) per type, formaat of bron. Zie
pagina 65 voor afdrukken per type en formaat papier.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken 63