OPMERKING:
De papierformaten staan op de
cassette vermeld.
4
Pas de papierlengtegeleider aan aan het vereiste
papierformaat.
5
Plaats het papier in de cassette. Let erop dat de
kant waarop afgedrukt moet worden naar boven
gericht is en dat het papier niet gevouwen,
opgekruld of beschadigd is.
BELANGRIJK:
Plaats niet zoveel papier dat het boven
het driehoekje op de breedtegeleider uit komt.
•
Controleer voor het plaatsen van het papier of het
niet gekruld of gevouwen is. Gekruld of gevouwen
papier kan papierstoringen veroorzaken.
•
Zorg dat het papier niet boven de niveau-
aanduiding uit komt (zie onderstaande afbeelding).
•
Wanneer u het papier plaatst, houdt u de kant van
de sluiting naar boven gericht.
•
De papierlengte- en breedtegeleiders moeten aan
het papierformaat worden aangepast. Wanneer u
het papier plaatst zonder deze geleiders aan te
passen, kan het papier schuin worden ingevoerd
met papierstoringen tot gevolg.
•
Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders
stevig tegen het papier geklemd zitten. Als er nog
ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan het
papier aan.
2-30
Voorbereiding voor het gebruik