VEILIGHEIDSINFORMATIE
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u ver-
antwoordelijk voor de veilige en juiste
1
bediening ervan.
Scooters zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke
bestuurder moet bekend zijn met de vol-
gende vereisten alvorens met deze scoot-
er te gaan rijden.
Hij of zij moet:
Door een competente informatiebron
G
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van scooterrijden.
Zich houden aan de waarschuwin-
G
gen en onderhoudseisen zoals ver-
meld in deze Gebruikershandleiding.
Grondig getraind zijn in veilige en
G
correcte rijtechnieken.
Gebruikmaken van professionele
G
technische service, zoals aangege-
ven in deze Gebruikershandleiding
en/of wanneer de mechanische con-
dities dit vereisen.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de
machine vergroot het risico op ongeval of
DAUT1016
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.
Deze scooter is gebouwd voor het
G
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
OPMERKING
Hoewel deze scooter is gebouwd voor het
vervoeren van de bestuurder en een pas-
sagier, dient u altijd de lokale wet- en
regelgeving na te leven.
Het niet opmerken en herkennen van
G
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto-/scooterongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de scooter niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het
naderen en passeren van kruisin-
gen, daar doen ongelukken met
scooters zich namelijk het meest
voor.
• Ga daar rijden waar andere weg-
gebruikers u kunnen zien. Ga niet
G
G
1-1
rijden in de dode zichthoek van
een andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Vaak waren
bij een ongeval betrokken bestuur-
ders zelfs niet in het bezit van een
geldig rijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te
rijden en leen uw scooter alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het scooterrij-
den te oefenen op plekken waar
geen verkeer is, totdat u grondig
bekend bent met de scooter en
zijn bediening.
Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de scooter-
bestuurder. Veel bestuurders houden
bij het ingaan van een bocht een te
hoge rijsnelheid aan of gaan onvol-
doende schuinliggen voor de rijsnel-
heid, waardoor ze wijd uit de bocht
komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid
in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.