NR.
ITEM
20 * V-snaar
• Vervangen.
Voor- en achterrems-
• Controleer de werking.
21 *
chakelaar
Bewegende delen
• Smeren.
22
en kabels
• Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
23 * Gasgreep
• Smeer de kabel en het kabelhuis.
Lampen, richtingaan- • Controleer de werking.
24 *
wijzers en schakelaars • Stel de koplamplichtbundel af.
OPMERKING
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
G
Hydraulisch remsysteem
G
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
•
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloei-
•
stof worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
•
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
KILOMETERSTAND
1000 km
6000 km
12000 km
(600 mi)
(3500 mi)
(7000 mi)
Elke 10000 km (6000 mi)
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
6-5
JAARLIJK-
SE
18000 km
24000 km
(14000 mi) CONTROLE
(10500 mi)
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
6
DAU18660