Handleiding ECL Comfort 310, applicatie A333
MENU > Settings > Controleparameters, vulpomp(en)
V uit min. (A333.2 / A333.3)
Circuit
1
De uitgangsspanning voor het regelen van het toerental van de vulpomp
kan worden beperkt tot een minimumwaarde.
Zie ook 'V uit max. '
0 - 100:
De waarde (in %) geeft de maximale stuurspanning
aan van het analoge signaal voor de toerentalregeling
van de vulpomp voor water.
MENU > Settings > Controleparameters, vulpomp(en)
Slaapniveau (A333.2 / A333.3)
Circuit
1
Wanneer het stuursignaal lager wordt dan de 'slaapniveauwaarde' , wordt
de snelheid ingesteld op 0% (nul) nadat de 'slaapmodustijd' is verstreken.
De vulpomp voor water stopt (schakelt naar de slaapmodus).
De ingestelde waarde is ook het toerental bij de vulprocedure van water.
Deze functie beschermt de vulpomp voor water tegen een te laag toerental.
Zie ook: 'Slaapmodustijd' en 'Ontwaakniveau' .
De slaapfunctie is uitgeschakeld
UIT:
De slaapfunctie is ingeschakeld
1 - 100:
MENU > Settings > Controleparameters, vulpomp(en)
Slaapmodustijd (A333.2 / A333.3)
Circuit
1
De 'slaapmodustijd' bepaalt een vertraagde stop van de vulpomp voor
water bij een te lage snelheid.
Zie ook: 'Slaapniveau' en 'Ontwaakniveau' .
Stel de slaapmodustijd in (in seconden)
0 - 300:
AQ076586461441nl-000401
Instelbereik
Fabrieksinstelling
0 . . . 100 %
Instelbereik
Fabrieksinstelling
UIT / 1 . . . 100%
Instelbereik
Fabrieksinstelling
0 . . . 300 sec.
10 sec.
Voorbeeld:
13167
Een ingestelde waarde van 15% houdt in dat de uitgangsspanning
minimaal 1,5 V kan zijn.
0 %
De instelling van 'V uit min.' heeft voorrang op 'V uit max.'
11331
20 %
= Tijd
X
= Stuursignaal toerental (0-10 V) (%))
Y
# 1 # = Werkelijk stuursignaal
# 2 # = Slaapniveau
# 3 # = Ontwaakniveau
# 4 # = Slaapmodustijd
11332
© Danfoss | 2021.05 | 99