Handleiding ECL Comfort 310, applicatie A333
MENU > Settings > Controleparameters 1
X laag
Definitie van de spanning die correspondeert met de juiste drukwaarde.
De spanning (0-10 V-signaal) komt van een terugmelding in M1 en wordt
aangesloten op ingang S11 (ECA 32). Deze ingangsspanning wordt
geconverteerd voor weergave van een percentage voor de positie van M1.
Zie ook 'Positie' en 'Hoog X' .
Zie bijlage 'Parameter-ID-overzicht'
MENU > Settings > Controleparameters 1
Hoog X
Definitie van de spanning die correspondeert met de juiste drukwaarde.
De spanning (0-10 V-signaal) komt van een terugmelding in M1 en wordt
aangesloten op ingang S11 (ECA 32). Deze ingangsspanning wordt
geconverteerd voor weergave van een percentage voor de positie van M1.
Zie ook 'Positie' en 'X laag' .
Zie bijlage 'Parameter-ID-overzicht'
MENU > Settings > Controleparameters 1
Motorbev. (motorbeveiliging)
Verhindert een instabiele temperatuurregeling (en beperkt servomotor
oscillaties) van de regelaar. Dit kan zich voordoen bij een zeer lage
belasting. De motorbeveiliging verhoogt de levensduur van de aanwezige
componenten.
Zie bijlage 'Parameter-ID-overzicht'
Motorbeveiliging is niet geactiveerd.
UIT:
De motorbeveiliging wordt geactiveerd na de ingestelde
Waarde:
activeringsvertraging in minuten.
AQ076586461441nl-000401
1x607
= Volt
X
= Positie
Y
# 1 # = X laag
1x608
= Volt
X
= Positie
Y
# 1 # = X hoog
1x174
© Danfoss | 2021.05 | 93