Handleiding ECL Comfort 310, applicatie A333
MENU > Settings > Controleparameters, circulatiepomp(en)
V uit max. (A333.2 / A333.3)
Circuit
1
De stuurspanning voor het regelen van het toerental van de circulatiepomp
kan worden beperkt tot een maximumwaarde.
Zie ook 'V uit min. '
0 - 100:
De waarde (in %) geeft de maximale spanning aan
voor de sturing van het analoge signaal voor het
toerental van de circulatiepomp.
MENU > Settings > Controleparameters, circulatiepomp(en)
V uit min. (A333.2 / A333.3)
Circuit
1
De uitgangsspanning voor het regelen van het toerental van de vulpomp
kan worden beperkt tot een minimumwaarde.
Zie ook 'V uit max. '
De waarde (in %) geeft de minimale spanning aan
0 - 100:
voor de sturing van het analoge signaal voor het
toerental van de circulatiepomp.
AQ076586461441nl-000401
12165
Instelbereik
Fabrieksinstelling
0 . . . 100 %
100 %
12167
Instelbereik
Fabrieksinstelling
0 . . . 100 %
0 %
Voorbeeld:
Een ingestelde waarde van 60% houdt in dat het stuursignaal
maximaal 6 V kan zijn.
De instelling van 'V uit min.' heeft voorrang op 'V uit max.'
Voorbeeld:
Een ingestelde waarde van 15% houdt in dat de uitgangsspanning
minimaal 1,5 V kan zijn.
De instelling van 'V uit min.' heeft voorrang op 'V uit max.'
© Danfoss | 2021.05 | 103