GASPEDAAL
Het gaspedaal is het pedaal rechts, met het woord GO. (Figuur 5, pagina 15). Het gaspedaal werkt anders dan
het gaspedaal van een auto. Met het contactslot in de stand ON (aan) en de vooruit-/achteruithendel in F (vooruit)
of R (achteruit), schakelt het indrukken van het gaspedaal automatisch de parkeerrem uit en rijdt het voertuig in de
gekozen richting (VOORUIT of ACHTERUIT). Als u het gaspedaal blijft indrukken, zal het voertuig sneller rijden tot
het de maximumsnelheid bereikt. Bij het loslaten van het gaspedaal krijgt de motor geen energie meer en stopt hij
met draaien.
Figuur 5 Gaspedaal en rempedaal
Figuur 7 Pedaal parkeerrem
REMPEDAAL
Het rempedaal is het grote pedaal links, dat met het woord STOP. (Figuur 5, pagina 15). Druk met uw voet het
rempedaal in om het voertuig te doen vertragen of stoppen. (Figuur 6, pagina 15).
PEDAAL PARKEERREM
Het pedaal van de parkeerrem is het kleine, verhoogde gedeelte links bovenaan op het rempedaal. Het is gemerkt
met het woord PARK, terwijl erboven de woorden PARK BRAKE aangebracht zijn. (Figuur 7, pagina 15). Om de
parkeerrem in te schakelen, drukt u het rempedaal stevig in en klikt u het parkeerremgedeelte met uw voet naar
voren. (Figuur 7, pagina 15). Zie volgende WAARSCHUWING.
WAARSCHUWING
• BIJ HET INDRUKKEN VAN HET GASPEDAAL OF HET REMPEDAAL WORDT DE PARKEERREM AUTO-
MATISCH UITGESCHAKELD. DE PARKEERREM HEEFT VERSCHEIDENE BLOKKEERSTANDEN EN
ZE MOET STEVIG WORDEN INGEDRUKT EN GEBLOKKEERD OM TE BELETTEN DAT HET VOER-
TUIG WEGROLT.
DS Golfwagen – Benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar 2001
Bedieningen en merktekens
Figuur 6 Rempedaal
15