9 Service
Servicehandelingen
Voorzichtig!
Service mag uitsluitend door ter zake kundig
personeel worden verricht.
Gebruik bij het vervangen van onderdelen van
de VVM 320 uitsluitend vervangende onderde-
len van NIBE.
Noodstand
De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen en
in samenhang met service. De warmtapwatercapaciteit
is in deze stand beperkt.
De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar
(SF1) in te stellen op stand "
de:
De statuslamp brandt geel.
■
Het display brandt niet en de regelcomputer is niet
■
aangesloten.
De temperatuur bij het elektrisch verwarmingselement
■
wordt geregeld door de thermostaat (FD1-BT30). Deze
kan worden ingesteld op 35 of 45 °C.
Alleen de circulatiepompen en de elektrische bijver-
■
warming zijn actief. In de noodstand wordt het vermo-
gen van de elektrische bijverwarming ingesteld op de
printplaat van het elektrische verwarmingselement
(AA1). Zie pagina 31 voor instructies.
De boiler aftappen
De boiler kan worden afgetapt met behulp van het he-
velprincipe. Dit kan worden gedaan door een aftapafslui-
ter op de binnenkomende koudwaterleiding te monte-
ren of door een slang in de koudwateraansluiting te
stoppen.
Aftappen van het afgiftesysteem
U kunt het beste eerst het systeem aftappen met vulklep
QM11 als u service aan het klimaatsysteem wilt verrich-
ten.
Voorzichtig!
Er kan wat warmtapwater uitkomen bij het
aftappen van het verwarmingssysteem/afgifte-
systeem. Gevaar voor brandwonden.
1. Sluit een slang aan op de onderste vulklep voor het
verwarmingssysteem (QM11).
2. Open de klep om het afgiftesysteem af te tappen.
60
Hoofdstuk 9 |
Service
". Dit betekent het volgen-
Ontluchtingsklep (QM20)
FD1
FA1
SF1
VVM320
QM11
QM22
NIBE VVM 320