Inbedrijfstelling zonder warmtepomp
De binnenmodule kan zonder warmtepomp worden
gebruikt en werkt dan alleen als elektrische boiler en
kan warmte en warmwater produceren, bijv. in afwach-
ting van installatie van de warmtepomp.
Sluit de inlaatleiding voor de warmtepomp (XL8) aan op
de leiding uit naar de warmtepomp XL9.
Open het menu 5.2.2 Systeeminstellingen en vink de
warmtepomp uit.
Voorzichtig!
Selecteer de bedrijfsstand auto of handmatig
als de binnenmodule weer met de warmte-
pomp wordt gebruikt.
Pompsnelheid
De circulatiepomp (GP1) in de VVM 320 is frequentiege-
regeld en stelt zichzelf in op basis van regeling en vraag
naar verwarming.
Beschikbare druk, circulatiepomp, GP1
Tillgängligt tryck
Druk
(kPa)
(kPa)
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
200
400
Achteraf afstellen, ontluchten
De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en
kan het nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien
er borrelende geluiden uit het klimaatsysteem worden
waargenomen, kan het nodig zijn om het hele systeem
nogmaals te ontluchten. De installatie wordt ontlucht
via de ontluchtingskleppen (QM20), (QM22) en de ande-
re klimaatsystemen via hun respectievelijke ontluchtings-
kleppen. Bij het ontluchten moet de VVM 320 zijn uitge-
schakeld.
40
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
20%
600
800
1000 1200 1400
Vattenflöde (l/h)
Debiet (l/u)
100%
NIBE VVM 320