11. RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN
11.1 Storingen
Bij storingen kunnen de volgende situaties optreden:
1. Er verschijnen geen cijfers op het venster.
Kontroleer:
- de stand van de hoofdschakelaar
- de voedingsspanning 230 V
- de zekering in de netvoeding
- de zekeringen in de automaat.
2. Toestel komt niet in bedrijf (zonder storingsmelding):
Kontroleer of kamerthermostaat, weersafhankelijke
regeling of boilerthermostaat:
3.Bij een storingsmelding knipperen zowel het 'code-
als het ' '-venster.
Code
Omschrijving
0
Vlamsimulatie
1
Kortsluiting 24V
2
Geen vlamvorming
(na 2 herstarts)
4
Besturingsfout
5
Luchttransport
(storingsvergrende-
ling volgt als binnen
6 sek. geen signaal
ontvangen is)
9
Maximum water-
temperatuur
Reset de storing d.m.v. de 'reset'-toets.
Niet vermelde codes duiden op interne besturingsfouten,
waarbij de automaat uitgewisseld dient te worden.
- juist zijn aangesloten
- juist zijn ingesteld
- defekt zijn.
Oorzaak/kontrolepunten
0 0
Kontroleer de ionisatie-elektrode (afstand moet 3 à 4 mm zijn).
0 1
Kontroleer de bedrading.
0 2
a. geen ontstekingsvonk (zichtbaar door kijkglas).
Kontroleer: - de aansluiting van ontstekingskabel en bougiedop.
- de ontstekingskabel en de elektrode op 'doorslag'.
- de elektrode-afstand; deze moet 3 à 4 mm zijn.
b. wel ontstekingsvonk, maar geen vlam.
Kontroleer of:
- de gasvoordruk voldoende is.
- de gasleiding ontlucht is.
- de gasklep wordt bekrachtigd tijdens ontsteken.
- de elektrode juist is gemonteerd.
- de inspuiter juist gemonteerd is.
- er een verstopping/montagefout in de gasleiding zit.
0 4
Spanningswegval tijdens storingsvergrendeling.
2 4
a. Aanvoer- en retourtemperatuursensor verwisseld.
b. Aanvoer- en retouraansluitingen verwisseld.
c. Waterdoorstroming in boilerbedrijf niet korrekt.
3 1
Kortsluiting aanvoertemperatuursensor.
3 2
Kortsluiting retourtemperatuursensor.
3 6
Aanvoertemperatuursensor niet aangesloten of defekt.
3 7
Retourtemperatuursensor niet aangesloten of defekt.
0 8
a. Vervuiling/verstopping van de luchttoevoer, verbrandingsgasafvoer of
warmtewisselaar;
b. Luchtdrukverschilschakelaar funktioneert niet:
- luchtdrukverschilschakelaar defekt.
- gas/luchtaansluitingen los of verstopt.
- gas/lucht aansluitingen verwisseld.
2 8
a. Ventilator defekt of niet goed gemonteerd (mechanisch of elektrisch).
- elektrische aansluitingen verwisseld.
- onderbreking in de elektrische aansluitingen.
1 8
Aanvoertemperatuur te hoog.
1 9
Retourtemperatuur te hoog.
2 5
Stijgsnelheid aanvoertemperatuur te hoog.
Kontroleer:
- cirkulatiepomp (stand 1 of 2)
- waterdoorstroming door toestel (voldoende radiatoren geopend)
- waterdruk (min. 0,8 bar).
Let op:
Voor het uitlezen van de laatst opgetreden storingen zie
par. 6.2.5.
Het cijfer dat vermeld staat onder 'Code' in deze tabel is
alleen zichtbaar tijdens de storingsingreep.
Belangrijk:
Noteer alvorens te resetten de storingscode nauwkeurig
(3 cijfers, inklusief knipperen en punten) en geef deze
altijd door bij vraag om ondersteuning. Zij is belangrijk
bij het korrekt en snel opsporen van de aard van de
storing.
- de gaskraan is geopend.
29