Druk op de 'step'-toets totdat op het 'code'-venster de
letter A. verschijnt. Dit is de instelling van de ketelre-
geling. Het temperatuurvenster geeft 0 1 aan. Dit is
de aan/uit regeling.
Ý
Wijzig de instelling met de 'Æ' en ' '-toetsen zodanig
dat het temperatuurvenster op 0 2 staat. Dit is de ex-
terne hoog/laag regeling.
Sla de nieuwe instelling op in het geheugen door op de
'store'-toets te drukken. Het temperatuurvenster knip-
pert twee maal als de waarde opgeslagen is.
Ý
Ý
Ý
c. Instelling van de pompbesturing.
Druk op de 'step'-toets om bij 'code'-nummer 2. te
komen, die de pompbesturing bepaalt.
Bij de waarde 0 0 wordt de pomp door de besturing
in- en uitgeschakeld en bij de waarde 0 1 blijft de
pomp kontinu doorlopen.
Wijzig de instelling met de 'Æ' en ' '-toetsen, als volgt:
0 1 bij gebruik van een weersafhankelijke regeling
0 0 bij gebruik van een 2-traps kamerthermostaat.
Sla de nieuwe instelling op in het geheugen door op
de 'store'-toets te drukken. Het temperatuurvenster
knip-pert twee maal als de waarde opgeslagen is.
Druk op de 'reset'-toets om terug te komen in de
bedrijfsmode.
De installatie is hiermee beëindigd.
19
Ý
Ý Ý
Ý
Ý